zaterdag 20 april 2024

personal4

Artikelindex

HOOFDSTUK ACHT

Het spreekwoord zegt: Acht is meer dan 1000

Gerechtigheid

8 wordt over het algemeen met karma in verband gebracht, waar het ene wiel, net als in een horloge, het ander wiel in beweging zet. Dat kan als een fatalisme worden opgevat. Voortbouwen op de ervaring van het verleden, klinkt wat constructiever. Elk veranderlijk bewustzijnsverschijnsel ontleent zijn bestaan aan voorgaande bewustzijnsverschijnselen. Taal en traditie spelen sleutelrollen in dat proces.

r11

 

 

Vervolg van: Vallen in getallen hoofdstuk 7, De Zegewagen

In de chaostheorie vond men dat kleine oorzaken grote gevolgen hebben; dat alles inwerkt op alles. Holisme! Chaos echter gaat over onvoorspelbaarheid. Durven we dat aan?

Als we ons realiseren dat voorspelbaarheden voortduren worden ondermijnd door ‘chaotische' storingen; waarom zouden we dat dan niet aandurven.

Gemini. Tweelingen, de beweeglijke, veelzijdige, contactzoekende schaduw.

In 8 mogen we weer naar het waarom vragen. En elk waarom creëert een nieuwe chaos. Geef acht! In dit alarm worden we gemaand attent of oplettend te zijn. Zeven ging voor bevrediging, in Acht moeten we onderzoeken of de prijs die daar voor staat evenredig is aan het genot.

Intelligentie was in Zeven de superillusie achter alle inspanningen die het leven van de welingelichten wat draaglijker moesten maken. Als er echter in Zeven al intelligentie te vinden was, dan toch hoogstens als selectiemechanisme in de organisatie van hiërarchie of pikorde.

Vertrouwen op intelligentie als was het een maatlat is als kopen op afbetaling. Ik kan in de kortste keren mijn huis vol zetten met de allermooiste materialisaties van al mijn aannames; wanneer de rekening gepresenteerd wordt komt mijn solvabiliteit aan het licht en voor ik het weet zit ik voor jaren vast aan toezichthouders die mij het leven aardig zuur kunnen maken.

In Zeven kon intelligentie eigenlijk niet meer dan een vermoeden zijn. Omdat ‘redelijk' (lineair) denken de wereld zo snel verrijkte met asfalt, mobiel plastic en elektrische tandenborstels dachten we het ‘Sesam opent U' gevonden te hebben, maar het ziet er naar uit dat de rekening voor die schitterende weggooicultuur die we creëerden straks in volle omvang in de bak ‘dubieuze debiteuren' bijgezet kan worden.

Acht is een nimmer eindigende lus die qua vorm aan de dubbele helix doet denken. Molecuul-ketens, melkwegstelsel of onze erfelijke code zijn opgebouwd uit spiralen, de uitdijende golfbewegingen van de Hogepriesteres. Deze oermoeder moet wel glimlachend neerkijken op het gepruts dat wij er van maken. Misschien is ze wel verbaasd over het gebrek aan realiteitszin van haar kinderen.

Ze heeft in de zich herhalende scheppingspatronen zo duidelijk gedemonstreerd wat de basis is van haar succes. De mens hoeft alleen maar te kijken en het foefje over te nemen om werelden te kunnen scheppen die het keurmerk van goddelijke kwaliteit mogen dragen. Bij voldoende hoogachting voor hetgeen we in het allerkleinste en het in het allergrootste waarnemen zal ons alles gegeven worden, zal elke deur voor ons ontsloten worden.

Organismen worden gewoonlijk gekarakteriseerd door een kennelijke bereidheid van elk deeltje geen ander doel te dienen dan de welstand van het lichaam waar het deel van uit maakt. Zou dat niet zo zijn dan zou geen enkel organisme of geen enkele organisatie langer bestaan dan de ademtocht die nodig is om de naam van zo een organisatie uit te spreken. Acht is als de raderen van een klok, er hoeft maar één wieltje uit te vallen en we weten niet meer hoe laat het is.

Als we dit verkeerd interpreteren, en staat of kerk als het lichaam beschouwen, solliciteren we naar fundamentalisme of dictatuur. En toch, veel sociale theorieën bevatten elementen als: concurrentie moet vervangen worden door samenwerking, exploitatie en uitbuiting door dienstbaarheid, egoïsme door saamhorigheid.

Dat deze edele inzichten niet werken komt omdat de menselijke soort zich onvoldoende realiseert dat zij een deeltje is van de gehele kosmos. Als sociale theorieën niet opgebouwd zijn uit het materiaal dat deze kosmische supernatuur ons als voorbeeld geeft, halen we zaken door elkaar en zijn we gedoemd op de meest nutteloze wijze collectieve- en universele problemen te behandelen alsof het individuele problemen zijn. Vooral het neoliberalisme lijdt in hevige mate aan dit soort kippigheid. In Acht zijn deze inhouden volledig kort gesloten (Є + 3).

Het voorbeeld is duidelijk genoeg. Elke cel in eigen lichaam stuurt energie naar enig ander deel dat bedreigd wordt. Dat is puur eigenbelang. Het geheel bestaat bij de gratie van de deeltjes, zoals de deeltjes niet kunnen bestaan zonder het lichaam, zeker als je het op de schaal van de kosmos bekijkt. Wie was dat ook weer die een korreltje zand tussen zijn vingers nam en zei als dit niet zou bestaan dan bestaat er helemaal niets?

Willen we onszelf ontwikkelen dan moeten we bij de zwakste schakel beginnen. In Acht zijn dat nog steeds de moederlijke- en kinderlijke inhouden.

Omdat hetgeen we vooruitgang in de menselijke conditie noemen tot dusver vooral het resultaat is van eindeloos gemaakte fouten, geeft Acht een beeld van wat nog wel eens ons tranendal genoemd wordt. In Zes dacht de Geliefde zich aangenaam op te rollen in de energie van een ander, en daar de emotionele en materiële veiligheid te handhaven die als het goed is niet meer door de ouders geboden kan (mag) worden.

In Zeven wordt die ander gecollectiviseerd en zoeken we het in wat we subculturen zouden kunnen noemen. In Acht zitten we zo vast aan dit collectief, dat we geen stap kunnen zetten of we worden achtervolgd door een wespenzwerm aan regeltjes en voorschriften die me er aan herinneren dat vrijheid een onderwerp is dat voornamelijk door filosofen wordt bestudeerd.

De meester is onthand wanneer de slaafjes zich laten opstoken door de vakbondsleider. De slaafjes dollen radeloos en reddeloos rond op de puinhopen van hun ingestorte of gesaneerde bedrijfstak.

In deze mechanismen lijkt het of we het prikkel en reflex gedrag uit de natuur in onze cultuur hebben overgenomen. Dat is ook zo, maar in dit proces zijn afwijkingen binnengeslopen die lachspiegels opleveren; en lachen staat heel dicht bij huilen.

Afwijkingen van ‘het plan' worden vooral bepaald door ideologieën, normen, waarden of economische- en juridische kaders, allemaal denk-elementen. Het zwakke wordt steeds verder verzwakt maar wel in leven gehouden (doodgaan is immers taboe). Het sterke wordt sterker; mede door energie en hulpbronnen van toekomstige generaties op te eisen. Monopolisering, monoculturen of de verhouding tussen rijk en arm illustreren de ideologisering, of liever de kolonisering, van processen die zichzelf toebehoren en uit evenwicht raken wanneer wij daar invloeden op loslaten die voortkomen uit persoonlijke- dan wel groepsbelangen.

De broederschap die wij in Zes om zeep hielpen weegt, wat effect betreft, op tegen de omvang van de ingrepen die ons moeten behoeden voor totale wederzijdse vernietiging, en draagt in zichzelf bij tot spanningen die angst en onzekerheid versterken; angst die weer tot nieuwe scheiding, agressie en afbraak kan leiden. Denk bijvoorbeeld maar aan terrorisme bestrijding en de groeiende angst dat massavernietigingswapens uitzaaien naar steeds onstabielere omgevingen.

Onze Zegewagens rijden over de wegen die onze vaders hebben aangelegd. Richting en doel zijn daarmee vastgelegd. Dat voorvaders met hun wegen potentieel bereid zijn onze ondergang voor te bereiden zagen we al in het verhaal van Abraham. De getalswaarde van ‘Abraham' is Acht. Vaders hebben die latente nijging hun scheppingen met de grond gelijk te maken. Die last zelf te dragen is wat pijnlijk en dus is het wel handig om dat soort klusjes aan volgende generaties over te laten.

Met tradities die ons gebonden hebben aan twijfelachtige scenario's is het oppassen geblazen. In opvolgende beschavingen zien we dat het klakkeloos overnemen van axioma's die zo duidelijk hebben bijgedragen tot de ondergang van die beschavingen geen best idee is.

De voorouderlijke achterlijkheden lijken wel voor de bijl te gaan gedurende de vele reformaties en revoluties die achter ons liggen; in de regel gebeurt er niet veel meer dan het vervangen van wat naambordjes. Studie van mythologie leert dat wij vanuit de ene en ondeelbare scheppingsenergie pantheonnen aan antagonistische goden wisten te scheppen. Wij keken niet naar de onveranderlijke orde van de sterrenhemel of naar de manier waarop een boom groeit maar meenden onze gedragsregels te kunnen ontlenen aan buiten onze zintuigen vallende mystificaties, hetgeen niet alleen goden opleverde, maar ook duivels.

Mars is rood van agressie, Waterman is een blauwe vloed van uitstromende wijsheid. Dit kan waar zijn geweest voor voorouders die zo lang geleden hebben geleefd dat we zelfs hun botten niet meer terug kunnen vinden; voor de gemiddelde eigentijdse waarnemer is deze informatie, net als die botten, niet meer beschikbaar. Het simpele feit dat oude beschavingen ten onder zijn gegaan zou ons kritisch moeten stemmen over de aard van alle overgeleverde wijsheid. Het ‘onderzoekt alle dingen en behoudt het goede', is wat mij betreft een ijzersterke.

Ik wil studenten in de kosmologie van de binnenwereld niet tegen me in het harnas jagen, maar soms vraag ik me af of we echt iets opschieten met onze esoterische en sektarische structuurtjes waaraan iemand als Blavatskti hiërarchieën toeschrijft die uitmonden in een hoogste wijsheid!

Acht herhaalt de informatie die de Magiër ons al verschafte: macrokosmos en microkosmos zijn elkaars spiegelbeeld.

Sterker, God en mens, hemel en aarde zijn alle reflecties van een en dezelfde kern. Alles spiegelt alles. Zij die restauratie zoeken van het animisme noemen die alles verbindende oorzakelijkheid: ‘energie' of ‘Chi'. Zonder dat, geen holistisch denken en geen orakels.

De veranderingen die wij hier aanbrengen laten het buitenaardse niet onberoerd. Veranderende opvattingen over de kosmos veranderen het innerlijke referentiekader. In dit proces hebben zekerheden geen plaats. De voortdurende staat van verandering, of liever ‘metamorfose', staat dat niet toe.

Volgens de wet van behoud van energie en ellende mag het lijken dat er helemaal nooit iets verandert. Vanuit het door de zintuigen gevoede bewustzijn is dit onzin. Ik ben er nog maar net aan gewend dat mannen zich allemaal met stropdassen naar hun werk spoeden, of ik moet me al weer aanpassen aan werkloze horden in jeans en t-shirt. Nog maar nauwelijks bekomen van de uitvinding van de stoommachine, moet ik me al weer een oordeel vormen over klonen, cybernetica of broeikaseffect.

Sterren zijn geen aan de hand van een paar simpele wetten gedefinieerde energiemassa's maar, net als wij, met geest begiftigde entiteiten, zeggen esoterici en occultisten. Me realiserend dat ster of buurman uit dezelfde energetische (complexe of chaotische structuur) zijn voortgekomen heb ik geen moeite met deze stelling, als die dan ook maar inhoudt dat mijn veranderende bewustzijnsinhouden, hoe beperkt die ook moge zijn, weerspiegeld worden in de lessen die we van onze mythische broeders en zusters in de ruimte kunnen leren, en die ons getallen en woorden hebben gegeven waarmee we ze kunnen bereiken.

In de astrologie wordt de oneindige veranderlijkheid van de macrokosmos vooral gezien in de relationele sfeer. Hoe staat de Maan ten opzichte van Jupiter, wat of wie is er op welk moment inwoner van wel teken of welk huis? Opvallend is dat ook de kwantum mechanici niet meer uitgaat van het loutere bestaan van deeltjes, maar vanuit de relatie tussen die deeltjes en hun eigenschappen

8 is het verbond dat vanuit de dualiteit een visie geeft op de Eenheid van alle dingen

Het geheel schept de mens, de mens schept het geheel. Dat is de draad die loopt door astrologie en al die andere kosmologieën. Zou dat niet zo zijn dan zat ik hier niet te proberen een eigen verstandhouding te ontwikkelen met al dat aangeleverde materiaal vanuit de miljoenen bronnen die mij zo gretig ten dienste staan, elk met een uniek eigen openbaring van het mysterie dat Eenheid is.

Een horoscoop, een mythe die maar op één manier geduid mag worden zou de ergste vorm van tirannie vertegenwoordigen die ik ken; zou voorbijgaan aan de uniciteit van elke schakel; zou de mogelijkheid van bewustzijn van die glorieuze Eenheid onmogelijk maken.

Waar geest verandert kan materie niet achterblijven, zodat we mogen aannemen dat de eeuwigheid van de kosmische waarheid een even relatieve aangelegenheid is als de ruimte zelf. Willen wij delen in de kosmische intelligentie dan horen wij ons te ontdoen van elk voorgekookt plaatje over super-intelligentie die ons lot bestiert.

Wij zijn de eenzame Adam en andere scheppingswoorden dan de zijne kennen we niet. In welke denklussen we ons ook draaien we komen altijd weer uit bij de vaststelling dat ons gedraai onze bewustzijnruimte heeft veranderd, maar geen yot heeft toegevoegd aan de inwendige blauwdruk die zelfkennis als uitkomst belooft.

8 zijn twee aan elkaar geplakte nullen. Twee halvegaren die alleen nog maar gezamenlijk in hun afgrond springen. Een onvruchtbare positie wanneer ik de overeenkomst zie tussen de Een die uit de kern valt van de Nul, en menselijk bewustzijn dat alleen maar voort kan komen vanuit elke afzonderlijke persoonlijkheid.

Soms vraag ik me af of het niet beter zou zijn op te houden met lezen. Wat baat het mij om alsmaar oplossingen aangereikt te krijgen voor vragen die ik nooit heb gesteld? Occultisten en traditionele wetenschappers lijden aan dezelfde dwang. Zij gaan er van uit dat er een uiteindelijke waarheid moet bestaan.

Zintuiglijk of bovenzintuiglijk, er moet ergens consensus bereikt kunnen worden over een ondeelbare en absolute waarheid, vooral als we die waarheid op één lijn stellen met kennis. Binnen die dwang kan de wet van synchroniciteit even absoluut worden als de wet van oorzaak en gevolg.

 


Voor een objectief waarnemer, als zoiets al kan bestaan, is noch het een, noch het ander aanvaardbaar. Soms nemen we reacties waar, soms staan we voor a-causale verschijnselen die we of onwetenschappelijk achten of tot een wonder bestempelen. Mijn vraag dan ook geldt niet de waarheid; ik vraag naar betekenis. Ik vraag niet naar spraak en tegenspraak; ik vraag naar bewustzijn.

 

We kunnen wel een voorschot willen nemen op eventuele toekomstige uitbreidingen van bewustzijn, we kunnen reacties goddelijke of wonderbaarlijke eigenschappen toedichten of paranormale fenomenen onderbrengen in een subpsychologische faculteit waar we de omvang van het wonder kunnen meten en wegen; we zijn dan toch bezig antwoorden te zoeken op vragen die (nog) niet aan de orde zijn.

Net als in de vormgeving van 2 licht ook in 8 het vraagteken op. Elke ontmoeting tussen onderruimte en bovenruimte roept nieuwe vragen op.

Het onbewuste is zo oneindig uitgebreid en daarom zo onberekenbaar dat de behoefte aan een vast punt vanzelfsprekend is.

Voor we de vraag naar de onbekende andere stellen, naar alles wat niet ik is, zal er eerst een beeld moeten ontstaan van het ik. Voor zover het niet-ik als een muur wordt voorgesteld weten we inmiddels dat onze naïeve omgang met werkelijkheid middels confronterende ontmoetingen tot bewustzijn van dat ik leidt. Het zoeken van zo een vast punt in elkaar, leidt tot het beeld van de twee halvegaren waar ik de vorige paragraaf mee begon. Het overnemen van elkaars antwoorden is in die zin een rampscenario. Zoeken heeft wel wat, maar we moeten wel op de juiste plaats zoeken.

De benadering van het onbekende begint met de vaststelling dat het om iets onbekends gaat. ‘Gewenste' uitkomsten vertroebelen, om het zacht uit te drukken, de zuiverheid van het onderzoek en toont weinig respect voor het onbekende. Antwoorden die voor de vraag uitlopen zijn niet meer dan denknoodzakelijkheden, vaste punten die niet bestaan. We hebben ons omringd met wetten en axioma's die in wezen niet meer zijn de krukken van een invalide.

Het onbekende naderen kan alleen op een uniek individuele manier. Voor elk menselijk wezen voelt een bepaalde situatie weer een beetje anders.

Hoe ervaar ik het zelf'? Wetenschappers verruilde deze vraag voor een methode van onderzoek, de occultist neemt een bovenzintuiglijk systeem aan waarin hij eerst moet geloven om dan te zien dat het al of niet werkt. Het hoe en vooral het waarom is in deze benadering ver te zoeken.

Mijn eigen werkhypothese: ‘we leven ons leven om tot bewustzijn te komen', is wat dat betreft net zo verwerpelijk als de economische aanname van meeropbrengsten of afnemende opbrengsten, vooral wanneer zou blijken dat minder in de regel meer is of andersom; dat hangt allemaal van positie en gevestigd belang af.

Wat mijn hypothese betreft, zou ik net zo goed kunnen zeggen dat bewustzijn slechts bestaat om individueel leven voort te brengen. Als ik met mijn stelling een paar duizend zwaargewichten uit allerlei takken van wetenschap achter me weet te krijgen, dan lijkt het nog waar te zijn ook. In werkelijkheid springen we dan met zijn paar duizenden in de afgrond.

Methode of geloof; ze werken!

Natuurlijk werkt het. Iedereen die het concept van ‘eenheid' niet verwerpen wil, moet accepteren dat alles wat wij in de geest scheppen ergens in ruimte en tijd tot incarnatie moet komen. Het zien van gras als groen, dan wel blauw, leidt tot heel verschillende schilderijen. De onderzoeker is niet alleen onderdeel van het experiment, hij is ook deel van het resultaat.

Alles wat wij scheppen in onze geest werkt, je moet alleen niet vragen hoe. Het ene avondland na het andere!

Hoe interessant Beethoven of Plato ook zijn; als zij ons doen nijgen ons leven als een symfonie te leven, of ons argument alleen maar op socratische wijze vorm te geven, komen we in esoterieën terecht die behoorlijk autistische of fundamentalistische vormen kunnen aannemen. Echt mooi, echt wijs is alleen de eigen zin voor schoonheid, de eigen wijsheid. Omdat alleen kluizenaars eigen wijsheid op kunnen brengen en nummer 9 nog moet volgen, stel ik vast dat de vraagstellende natuur van de mens, zijn intelligentie voor mijn part, op zijn best een weg is naar wijsheid, en niet met wijsheid zelf verward moet worden.

Om zinvolle gedragsregels te ontwerpen kan het even nuttig zijn de erfelijkheidscode te ontrafelen als het tekenen en bestuderen van een horoscoop. Zolang dit soort oefeningen of waarnemingen mij informeren over de mate waarin ik waak dan wel droom, zijn ze van waarde.

Wat is wijsheid?

De opticien die mij ervan ‘bewust maakt' dat ik niet scherp zie maakt het waarschijnlijk dat ik besluit een nieuwe bril aan te schaffen.

Leren is een wonderbaarlijk proces. In het complexe systeemtheoretisch denken wordt dat leerproces geduid als het resultaat van positieve en negatieve feedback. Dat wat werkt trekt automatisch aandacht en nieuwe investering. Dat wat niet werkt sterft een zachte dood.

Op die manier leert een systeem of een organisme en kan het zich verder ontwikkelen.

Een dijk is niet hoger dan zijn laagste punt. Daaruit volgt dat juist het minst presterende deel alle aandacht verdient.

Dit klinkt niet consistent tenzij ik me concentreer op de relatie tussen hoogste en laagste punt.

Het is net als in de economie waar de rijken steeds rijker- en de armen steeds armer worden. Het verband tussen die twee is het beperkte bewustzijn van de mens die op grond van bepaalde aannames over motivatie, ethiek, recht en rechtvaardigheid de sociale ruimte definiëren. Steunen we de delen die achtergebleven zijn in ontwikkeling of investeren we juist in structuren die bewezen hebben succesvol te zijn? Decennia van politieke touwtrekkerij hebben daar geen oplossing of eensluidende visie over kunnen ontwikkelen.

Dit dilemma is door geen systeemtheoreticus op te lossen, tenzij het verdeelde bewustzijn als onderdeel van de onderhavige problematiek wordt gezien. Om hoogte en diepte recht te doen toekomen moet de samenhang tussen deze twee onderkend worden. Als het laagste punt in de dijk niet wordt aangepakt maakt het aanstormende water korte metten met alle hoogbouw in de polder, ongeacht hoeveel we daar in geïnvesteerd hebben. We maken ons druk over het al of niet aanleggen van een ringweg of over de rechten van een uitstervend insect terwijl we rustig doorgaan met het verbranden van ontelbare tonnen fossiele brandstoffen.

Als straks de klimaatsverandering een voor de ecologie kritisch punt heeft bereikt zullen we ons afvragen hoe het mogelijk was dat we zo blind waren.

Het argument dat je voor te plegen onderhoud wel een gevulde portemonnee nodig hebt klinkt wel aardig, maar zal weinig indruk maken op de aanstormende crisis. Economie is, als alle andere menselijke constructies slechts een reflectie van onze staat van bewustzijn. Verschuivingen van prioriteiten gaat misschien ten koste van oude economische structuren; de nieuwe vormen die er voor in de plaats komen hoeven niet onder te doen voor de oude. Integendeel zij zullen op hun beurt getrouwe spiegelingen zijn van een bewustzijn in ontwikkeling.

Relatie is ook het sleutelwoord in een andere benadering. De dijk als deeltje van een veel grotere structuur kan uit zichzelf geen invloed uitoefenen op eigen hoogte of laagte. De structuur waar de dijk een deel van is kan dit wel. Menselijk bewustzijn is vanaf het begin een integraal onderdeel geweest in het visualiseren, ontwerpen, bouwen, en dus nu ook in het onderhoud van deze structuur. Een goede of een slechte dijk spiegelen menselijke relaties; bijvoorbeeld die tussen polderbewoner, waterschap en de minister van financiën. Klopt de hoogte van de dijk niet meer, dan is er iets mis met deze relaties. Zoals gezegd, alles spiegelt alles.

Als het laagste punt de hoogste prioriteit blijkt te hebben kan ik met recht zeggen dat het laagste punt gelijk is aan het hoogste punt, en zo kan ik zelfs uit de onmogelijkste tegenstellingen synthese puren, maar niet zonder het leerproces ofwel het (hopelijk) toenemend bewustzijn van de mens centraal te stellen in het ingewikkelde netwerk van schijnbaar onoplosbare tegenstellingen.

Astroloog, filosoof of lopende bandwerker beperken zich gewoonlijk tot het stellen van vragen die regelrecht voortkomen vanuit aanname of doelstelling. Dit soort vragen ontwijken de kern van de zaak. We staan hier niet open voor openbaring maar staan onszelf toe het onbekende als bekend te beschouwen, niet ziende dat zelfs het bekende eigenlijk toch voornamelijk onbekend is.

Over God, het goede en het kwade, lichaam en geest of gebonden- en ongebondenheid hebben we ideeën overgenomen die zelden iets te maken hebben met de noodzaak bewustzijn van het zelf voort te brengen.

De aard van relatie met buiten- of ideeënwereld wordt bepaald door de betekenis die we aan deze werelden geven. Zolang deze bezigheid nog in de greep is van motieven die met overleven, controle of ambitie te maken hebben, wordt alles aangegrepen om de waan van deze valse bekendheid in stand te houden. Wat dat betreft worden we veel meer gedreven door ideologie dan we onszelf toestaan op te merken. Dit buiten onszelf staan is mijns inziens de bron van het lijden.

De fragmentatie van kennis en samenleving bewijst dat de concentratie op een deeltje kennelijk minder inspanning vereist dan concentratie op de verbanden tussen die deeltjes; vooral als blijkt dat wij zelf het hart vormen van dat verband. Het werk van al die deeltjes houdt de machine van het collectief gaande maar ontneemt er niet het verscheurde karakter aan.

In Moira Timms' Profetieën voor de 21ste eeuw, vond ik deze opmerking: ‘De Gulden Snede is de factor die voorkomt dat de spiraal zich sluit tot een cirkel'.

De Gulden Snede stelt dat moet worden gestreefd naar een verhouding van 5 op 8. Reeds in 3 zag ik de 5 opdoemen om de open structuur van 3 te kunnen sluiten tot een 8. Acht bleek zich vervolgens te lenen als een symbool, niet voor gesloten cirkels maar, voor de spiraal.

In de getallenreeks van Fibonacci ontstaat 8 door het samentrekken van de laatste twee voorgaande getallen in de reeks. 0,1,2,3,5,8,13,21 enz.

Elk getal in deze reeks, de 0,1 en 2 uitgesloten (mijn benadering), is de som van de twee voorgaande getallen uit diezelfde reeks, een gegeven, dat in het begrijpen van spiralen een bijzondere rol blijkt te spelen. ‘Een bijzonder kenmerk van deze reeks is, dat - naarmate getallen groter worden -
opeenvolgende getallen zich meer en meer tot elkaar gaan verhouden volgens de Gulden Snede'! (Zie Internet: ‘Tekengalerij van Hans Bär').

Door in de 8 een Fibonacci getal te zien word ik nu al attent gemaakt op 13 en 21. Met name 21, zijnde het hoogste getal in de Grote Arcana van de Tarot, zijnde de som van 8 en 13, kan ik nu uitleggen als het getal dat de Gulden Snede het dichtst benadert.

Wordt het lemniscaat gezien als een symbool van de oneindigheid; via de transformatie in 13 (de Dood) wordt in 21 deze oneindigheid een onderdeel van de actieve zelfkennis die ik in de Tarot heb gezocht

Blijf ik me fixeren op de traditionele tegenstelling die uitgedrukt wordt in 1:2, ofwel eenheid en veelheid, dan sluit mijn horizon zich en zal ik nooit een blik over de rand van mijn wereld kunnen werpen.

Acht is veel meer dan de van moeder weggelopen student. Het is de ingang tot een orde die harmonie belooft en die bereikt kan worden door studie van de getallen. Wiskunde, of liever het abstracte denken, is veel meer dan een opstapje naar een interessante carrière.

In de literatuur wordt de Gulden Snede vooral in verband gebracht met esthetiek. Heb ik me tot op heden gericht op de betekenis van getallen; in Acht wordt de associatie gelegd tussen schoonheid en betekenis. Omdat wiskunde steeds bezig is een onderliggende, universele orde aan te tonen komen er veel grote deugden in Acht bij elkaar. In zoverre we in Acht de maat nemen kunnen we ook Gematigdheid aan dit iconenkabinet toevoegen.

Net als ik zullen de meeste lezers niet voldoende zijn ingewijd in de mathematica om die deugden op dat niveau op te merken en dus zoek ik een benadering die past mijn formaat.

Ik heb het al over traditie gehad en over de gevaren die op de loer liggen wanneer traditie de overheersende leidraad wordt in het bepalen van onze relatie met de actuele uitdagingen in het hier en nu. Zij die zich echter verzetten tegen traditie moeten zich er van bewust zijn dat traditie zich tot ervaring verhoudt als het badwater tot het kind. Ervaring leert ons het een en ander. Traditie wil dat we allemaal dezelfde appreciatie hebben voor de achterliggende ervaring, en dat we er altijd dezelfde reactie op los kunnen laten.

Als ik zie dat het in de Fibonacci reeks steeds om de laatste twee getallen gaat die het nieuwe getal (het nieuwe inzicht) tot stand brengen, wil ik me concentreren op deze twee: de laatste en de voorlaatste. In Acht is Vijf de laatste en Drie de voorlaatste. In de volgende stap (13) wordt Vijf de voorlaatste en is Acht de laatste.

En zo zal steeds weer de eerste de laatste zijn, en omgekeerd.

Elke samenstelling of som herbergt meerwaarde, iets dat in de afzonderlijke delen niet is terug te vinden. In een wereld waar het nieuwe, laat staan het nieuwste, grote aantrekkingskracht uitoefent op de geest van de mens, zien we nu waar die aantrekkingskracht op is gebaseerd. Wij willen meer!

En dus kijk ik verder en zie twee hoofdstromen in het leerproces. De eerste vorm van kennis is aangeboren. De tweede is opgedaan vanaf de geboorte.

In de psychologie wordt opgemerkt dat, net als in het organische deel van ons zijn, de geest sporen herbergt van alle evolutieve voorstadia. Het is duidelijk dat waardering voor de schoonheid van regenboog of zonnebloem niet aangeleerd hoeft te worden. Willen we echter bepalen aan welke wetten of aan welke orde de idee van schoonheid gehoorzaamt zodat we die schoonheid in eigen scheppingen kunnen integreren, dan zal er gedolven moeten worden, gecategoriseerd en geabstraheerd.

Getal en taal komen uit dezelfde wortel; dit aan te nemen is mij tot troost op de eenzame weg naar Eenheid. 1 + 1 = 2, zoals Een en Een Twee is.

De meerwaarde die we zien ontstaan kan uitgelegd worden als het steeds weer vinden van nieuwe manieren om iets in taal te vatten; iets dat ons anders als een subliminale ervaring ontgaat. Door de naam van het plantje te kennen zie ik het ineens overal.

Denk aan een dubbele helix. Bedenk hoe de golf van alle onbewuste ervaring zich windt in en rond een golf van acuut bewustzijn gericht op overleving; het hier en het nu. Zoveel van wat ik leer blijkt bij nader inzien herkenning te zijn.

Drie, als representatie van, het moeder tijdperk is bijna in zijn geheel naar het onbewuste verdrongen en wacht daar op verlossing. Vijf is de eerste beweging die aantoont dat het aannemen van een individueler standpunt leidt tot transformatie van opvatting over zowel het onbewuste als het bewuste.

In Acht zie ik de samenkomst van deze twee op het hogere plan van de meerwaarde als een symbool van mijn leer- of bewustwordingsproces. Het is niet zo dat ik alsmaar nieuwe dingen leer.

Wat er gebeurt is dat hetgeen al aanwezig is op steeds weer een ander niveau geduid moet worden. Het gezochte heil zit niet in uitbreiding maar in verdieping.. Ik hoorde professor Heertje opmerken dat het in onze regio, in deze tijd, niet meer om groei gaat maar om kwaliteit. Concurrentie met opkomende economieën als in China leggen we bij voorbaat af. En zo is het maar net.

Alles staat met alles in verband. Gesloten systemen worden in ons heelal niet gedoogd. Waar ze toch optreden veranderen ze in zwarte gaten, zodat hoogstens de speculatieve fysica er nog iets over na kan vertellen. Dat wat alleen nog maar naar zich toetrekt en niets loslaat verdwijnt uiteindelijk in zichzelf, verdwijnt in het onbewuste, ofwel in een dimensie waarmee we niet bewust in contact staan .

Dat wat ons van onze eigen vragen afhoudt waardoor we nooit kunnen geven van hetgeen er werkelijk in ons zit, mag verklaard zijn met onbekendheid van die innerlijke inhouden, maar kan ook gezien worden als het product van economische motieven. Overleven is voor de meeste onder ons toch motief nummer 1.

Ondanks meerwaarde theorieën lijkt het alsof economie zelden iets toevoegt. Het leent van de natuur wat het tenslotte weer terug moet geven. Economie is ook de mythe dat een huishouding het niet zonder meester kan stellen. De meester bepaalt wat we meenemen uit onze traditie en wat niet, over teruggave blijkt ook de meester weinig ideeen te hebben. Het is makkelijker om duizend ideeēn de wereld in te spuiten dan een einde te maken aan één vooroordeel.

Praat me trouwens niet over meesters. Blavatsky schreef neer wat haar ‘meesters' haar influisterden, en op de eerste pagina van de voorrede van haar ‘Isis ontsluierd' vinden we de ontboezeming: ‘De waarheid, hoog gezeten op haar diamanten rots, alleen is eeuwig en goddelijk'.

Je zal maar aan dat type meesterschap overgeleverd zijn. Nog maar nauwelijks had zij haar ‘ínspiraties' te boek gesteld of de wegbereiders van het nazisme dronken zich er aan vol. Het is nu zelfs niet meer de slimste die de vetste kluif in de wacht sleept maar degene die de absolute waarheid bezit. Monoculturen!

Het poneren van absolute waarheden vergt absolute overtuiging en schaft het stellen van vragen af. Zo bestuur je de massa's, zo bestuur je het huishouden van gehele naties.

Ik ontken niets en ben er van overtuigd dat Blavatsky's ingevingen, evenals elk ander suggestief (magisch) zwaar geladen woord realiteiten op het geestelijke vlak scheppen die materiële consequenties hebben. Maar aan de vruchten herkent men de boom, en het heeft allemaal weinig te maken met de woorden van Jezus die zei: ‘Ik ben de waarheid' en vervolgens: ‘Doe als ik'.

Zeg dat maar eens tegen je examinator of je baas: ‘Ik ben de waarheid'.

In de gekantelde 8 ( 4 ) zie ik de schalen van de balans.

Waarheidsvinding en gerechtigheid in de Tarot zijn niet geblinddoekt zoals dat bij Vrouwe Justitia wel het geval is. Het ‘wereldse' recht is ontleend aan de rechtlijnigheid van de Keizer. De ideologie is: één wet voor iedereen.

Het volk weet wel beter. Steel een kwartje en je wordt bestraft, steel de spoorwegen en je krijgt een lintje. In de meer holistische benadering van het recht zoals ik die in de Tarot vermoed, worden de onrechtvaardigheden van onze culturele constructies niet gewogen door het geblindeerde bewustzijn van de mens in wording, maar door het vooronderstelde kosmische principe ‘zo boven zo beneden'.

Het is het ongekende in onszelf, dat wat voorheen als het doodsbewustzijn werd voorgesteld, dat tot incarnatie (tot dagbewustzijn) wil komen. Het is niet moeilijk me dit doodverklaarde deel van het bewustzijn als geblinddoekt voor te stellen, zoals wij ons ook heel makkelijk (dat weet elke dronkeman) distantiëren van de uitkomsten van onze levenslessen.

De goede voornemens die ik op oudejaarsavond maak, komen voort uit de seintjes die telkens weer uit de diepte opstijgen. Dat diepere weten, het geweten, blijft mijn handelen meten. In de Egyptische voorstellingswereld was het Thoth die de overleden zielen mat (woog). Zolang mijn ziel zwaarder is dan de veer op de andere schaal ontzeg ik mijzelf het recht van toegang tot de balans waar harmonieuze ontwikkeling van afhankelijk is. Ik kan het grotere bewustzijn wel vergeten als ik me niet bevrijd van de begeerte zwaarder te willen zijn dan ik ben. Gewichtigheid is een gevaarlijke illusie.

Het ‘alle Menschen werden Bruder' dat in de aaneenschakeling van Nullen wordt geïnspireerd is allereerst de broeder in mijzelf. Broeder is hier een symbool van het causale lichaam ofwel van de individualiteit waar persoonlijkheid zich mee tracht te verenigen. Vandaar ook Crowley's keuze de Geliefden Gebroeders te noemen. Hij noemde het spel kaarten waaraan zijn naam verbonden is ‘Book of Thoth'.

De schade die ik aan de auto van broeder buurman toebreng is zelfbeschadiging, de schade die ik mezelf toebreng is schade aan de wereld.

In de evolutie zijn foutjes in het kopieerproces of onvoorspelbare nieuwe combinaties in de genetische reproductie, voorwaarden voor verandering, en dus ook voorwaarden voor eventuele verbetering.

Onze dwalingen zijn onderdeel van een leerproces waarmee de samenleving weinig opheeft. Wat heet? De collectieve sector doet in zonde zeker niet onder voor de persoonlijke sector. Ze zijn tenslotte elkaars spiegelbeeld.

Thoth, net als Hermes, spreker van waarheden en leugens, en toch het symbool voor het ‘hogere mentale', wekt de gedachte dat elk mentaal inzicht gebaseerd is op een contradictie. Hier wordt de spiraal, maar denk aan de caduceus, verkozen boven de perfecte, maar onbewuste cirkel.

Hoe ook, dat wat schade oploopt en niet geheeld wordt vindt in de wereld van de Eenheid geen plaats en wordt teruggefloten naar nieuwe ervaring die uiteindelijk de heling tot stand moet brengen.

In die zin is Acht ook het getal van de karmische idee. De vormen komen en gaan, bewustzijn groeit in de opgedane ervaring van die vormen. Het idee van een uitdijend heelal lijkt zo gek nog niet.

Het zo boven zo beneden principe daagt mij uit begrippen als heelal te vergelijken met identiteit. Beide betekenen ongeveer hetzelfde: ongebroken Eenheid. Toeneming van bewustzijn impliceert toename van hetgeen waar bewustzijn van is opgedaan. Hoe meer ruimte we ons kunnen voorstellen hoe meer ruimte er is. Zouden de filosofische constructivisten die beweren dat de maan niet bestaat als we die maan niet zien dan toch gelijk hebben?

Ons voorstellingsvermogen houdt zich graag bezig met het kwantitatieve en daarom zal de groei van het heelal voorlopig nog wel even doorgaan. Oneindigheid kan natuurlijk niet louter een kwantitatief begrip zijn. Bovendien wordt het lemniscaat als symbool van de spiraal bij te grote toename vanzelf een soort voorbehoedmiddel. Op overconcentratie of op iets dat te gewichtig wordt volgt de instorting vanzelf, het zwarte gat vormend waar astronomen grote hoeveelheden ruimte in zien verdwijnen.

God geeft en God neemt. Wat in het onbewuste is verdwenen moet daar op een goed moment ook weer uit tevoorschijn komen. Maar in het vergeten zien we ook het omgekeerde. Lettende op de comateuze toestand van steeds meer patiënten en een overeenkomstige staat van media en politiek kunnen we het ‘geeft acht' hier interpreteren als een aanmaning wat meer waakzaamheid en oprechtheid in onze constructies te investeren.

Dat lijkt eenvoudiger dan gezegd, Alles wat met zwarte gaten te maken heeft kan rekenen op taboe en weerstand. Ga voor jezelf maar na hoe moeilijk het is om relevante etymologische informatie te vinden over het lemniscaat. Je mag al blij zijn als het in je woordenboek staat.

 


 

In de enkelvoudige Nul en ook in de dualiteit van de Hogepriesteres werd het zwarte gat geassocieerd met in- en uitgang van en naar de baarmoeder, en met de angst die dat gat oproept. De dubbele Nul die 8 is lijkt naar de zintuigen te verwijzen.

Dubbelzinnigheid zou een mooie bijnaam zijn voor Acht. Ogen, oren en neusgaten zijn een soort stereovensters op de wereld. Informatieverwerking en duiding worden in Acht in twee richtingen gemeten. De vraag die mij al lang bezighoudt is: ‘Is wat we zien, horen en ruiken een meting van de werkelijk bestaande omgeving, of zijn deze zintuigen projectoren van innerlijke beelden?'

Uit het feit dat de twee Nullen aan elkaar vast zitten geplakt, mag ik afleiden dat het hier niet om ‘of' maar om ‘en' gaat. Dat wat voor we voor waar aannemen kan alleen maar waar zijn binnen de parameters die aan een gegeven waarheid wordt opgelegd door de kwaliteit van de zintuigen en de cerebrale- c.q.mentale processen die daarmee verbonden zijn.

Voor de zintuigen is er wel degelijk een objectieve buitenwereld. Echter, vergelijken we met elkaar onze waarneming van die buitenwereld dan blijkt dat die objectiviteit behoorlijk wisselvallig is We zien, horen of ruiken het allemaal net weer even anders. Op sommige momenten is het beeld van de omringende realiteit overtuigend, op andere momenten besef ik dat realiteit een begoocheling is die niet onderdoet voor droom of hallucinatie. Het eerste spreekt vanzelf, het tweede vraagt om voorbeelden.

Visueel gesproken vergroot inademing de afstand met mijn horizon; uitademing haalt die horizon weer dichterbij. Kijkende door een auracamera zie ik voortdurende verandering in de kleuren van degene waar ik naar kijk. Geluid van trein of auto klinkt anders wanneer die me nadert of juist van me wegsnelt. Geuren passen zich aan mijn behoeften aan. Heb ik koorts dan ruikt Hysop heerlijk, Heb ik buikpijn dan zal ik me eerder tot Ylang Ylang aangetrokken voelen.

Fenomenen zijn niet dit of dat. Ze zijn al die dingen ineen en ontlenen hun verschijningsvorm aan de relatie die ze hebben met de waarnemer, en aan positie en functie binnen de eigen configuratie. Niet anders dus dan mijn geliefd kaartenorakel. Gerechtigheid naast een zwaardenkaart is een andere Gerechtigheid dan die naast een bekerkaart. Gerechtigheid voor een jurist is niet het zelfde als Gerechtigheid voor een bioloog.

Tenslotte verwijst de tweeledigheid van de getallen die vorm geven aan de Gulden Snede naar een onvolkomenheid in het kennende vermogen. Deze onvolmaaktheid blijkt de meerwaarde te zijn die de mogelijkheid tot leren en aanpassen tot voorbij de grenzen van het voorstellingsvermogen waarborgt. Aldus is er voor wanhopige geesten in Acht veel troost te vinden.

Dat wat de Acht scheidt van Dood (13) is het ‘nee' van Vijf. De kern van ons wezen wordt via de keten van geboorte en dood schil voor schil blootgelegd. We kennen dit proces ook als regeneratie en degeneratie, of vallen en opstaan. Tegen alle schillen die ons beschermen tegen expressies van chaos die we nog niet aankunnen moet het nee uitgesproken worden, waarna de nee's via verruiming van bewustzijn kunnen oplossen in een heel groot ja. Het is gek genoeg niet de dood waar we bang voor zijn maar het loslaten van de schillen.

Het wegen in Gerechtigheid is een continu proces. We worden voortdurend heen en weer geslingerd tussen allerlei staten van bewustzijn. Het ene ik steekt een sigaret op nadat een ander ik zich juist heeft uitgesproken voor een rookloos bestaan. Een derde ik zit er bij en kijkt er naar en krijgt een schop van nummer 4 met de opmerking: ‘Waarom doe je daar niets aan'?

Al deze dubbelzinnigheden maken het moeilijk de idee van Eenheid vast te houden. De halfgare uitkomsten van de eindeloze koehandel die in mezelf en in de grote wereld aan de orde van de dag zijn noem ik mijn lot, waarmee het gesloten systeem van Vier er uit ziet als in beton gegoten chaos. Het zit kennelijk in onze genen om chaos te ontkennen en er hoe dan ook steeds weer een structuur aan op te leggen waar zowel hart als brein een beetje mee uit de voeten kunnen.

Een mooi voorbeeld daarvan zijn de richtingen in politiek en economie. Ideologieën vertolken de wensen en angsten van mensen die heden en toekomst van de wereld proberen aan te passen aan de eigen overlevingseisen. Eerder hebben we gezien dat heel veel mensen heel veel verschillende ideeën hebben. De compromissen die in wet- en regelgeving worden vastgelegd zijn lang niet altijd de neerslag van wat het verleden ons geprobeerd heeft bij te brengen. Drooglegging is nooit een erg goed idee geweest. Toch grijpen we steeds weer naar het middel.

Gaat het niet over alcohol, dan wel over prostitutie, heroïne of migratie. Onderdrukking van levensruimte of levensstijl schept een zwarte markt die maffia en terroristen helpt hun duistere praktijken uit te breiden en een macht op te bouwen die zoals we zien behoorlijk uit de hand kan lopen en die de wereldorde veel meer kosten dan de winst die onderdrukking van bepaalde vrijheden oplevert.

Groepen korten en uitsluiten op grond van het feit dat ze weinig animo hebben het huidige politieke- of arbeidsethos te delen is dan ook veel eenvoudiger dan uit te vinden welke waarden de zwijgende (buitengesloten) subculturen missen in de opgelegde orde. Ik denk dat daar heel veel geluk en economie verloren gaat, en dat we daar heel veel criminaliteit voor terug krijgen.

Als we omvangrijke groepen opzadelen met regelgeving die een wat minder materialistisch levensstijl ontmoedigen, dan zullen onze straten en pleinen vollopen met daklozen, spuiters en schizofenen.

Als een samenleving de keuze tussen een bestaan op straat of een bestaan aan de lopende band niet verrijkt met een meer empathisch georiënteerd alternatief dat wat ruimte geeft aan twijfel en kwetsbaarheid, dan komt zo een samenleving zichzelf vanzelf tegen.

Competitie kent zijn grenzen. In Acht wordt dat bevestigd door de aan elkaar geplakte nullen. Het tot stand brengen van coalities, samenwerking dus, is een natuurlijke reactie op versplintering en anarchie. De betekenis van een groen boek als de Tarot is niet te vatten wanneer begrippen als dualiteit en eenheid of tussen meer en minder, niet onderzocht worden.

De weg naar eenheid ligt in het verlengde van de mogelijkheid om tot samenwerking te komen. Samenwerking kan niet opgelegd worden; is daarentegen een spontaan organisch proces. De individuele kwaliteiten kunnen in een samenwerkingsverband gehandhaafd blijven terwijl de meerwaarde die in samenwerking gezocht en gevonden wordt het ideaal van Eenheid toch dichterbij brengt. Een win-win situatie.

8 = 4 + 4

Het ommuurde bewustzijn kijkt in 8 in de spiegel; en het spiegelbeeld is al even gebonden aan het medium waarop we het beeld zien ontstaan als dat ons bewustzijn gebonden is aan de mate waarin we onze zintuigen en onze mentale vermogens hebben ontwikkeld.

De ware dubbelganger is de ‘realiteit' die we waarnemen. We kunnen in elk facet van onze realiteit betekenis en stand van de eigen ontwikkeling vaststellen. In de occulte literatuur is de grote mythe van ‘Gemini' (Tweelingen) waar Pollux de onsterfelijke Individualiteit representeert en Castor de sterfelijke Persoonlijkheid.

Bedenkende dat ‘pollution' (verontreiniging) is afgeleid van Pollux, staan we hier voor een mysterie. Pollux de Morgenster werd ook geïdentificeerd als de lichtbrenger en dus als Lucifer. Het levengevende karakter van dit symbool, ook wel voorgesteld als een inslaande bliksem, kwam net even te dicht in de buurt van de voorstellingswereld die met seksualiteit en verering van de natuur in verband stond.

Het inzicht dat ik tracht te winnen in mijn kijken naar levens- en doodbewustzijn brengt me er mogelijk toe 8, als de samenkomst tussen het ja van 3 en het nee van 5 te zien; een behoorlijk intieme relatie tussen totem en taboe. De lichtbrenger die tegelijkertijd de duivel (de bederver) vertegenwoordigt is zeker voor een door Christendom gevormd bewustzijn een lastige. Voor Christenen is Jezus de brenger van licht en eeuwig leven. Dit idool te belasten met allerlei ‘bondage'-fantasieën zal weerstanden oproepen.

Ik denk dat dit probleem hanteerbaar wordt als we in niveaus denken. Dat is tenslotte het mooie van spiralen; elke omgang speelt zich af op een ander niveau. Seksualiteit werd in feite een probleem toen de cyclus van het Matriarchaat werd opgevolgd door de cyclus van Patriarchaat. Als we ons deze overgang voorstellen als een verandering in het bewustzijn dan zien we een verschuiving van oriëntatie op moeder aarde naar vadertje hemel.

In deze overgang werd het concrete abstract; de focus werd verplaatst van natuurlijke chaos naar culturele orde, van het niet lineaire naar het lineaire.

Hoe ook, we zien in onze dagen de pendel weer terugbewegen naar het holisme, waar de chaostheorie een kopie van lijkt te zijn.

Zoals door de samenkomst van meetkunde en algebra de aanpak van complexe systemen tot de mogelijkheden begon te behoren, zo verwacht ik dat het brengen van twee verschillende invalshoeken naar dat ene bewustzijn dat ik van mijzelf heb een mogelijkheid creëert een derde weg te bewandelen. Deze bundeling levert ‘meerwaarde'. In mijn holistisch denken heet die weg het derde oog.

Algebra komt trouwens van het Arabische ‘al-jabr' dat samenbinden betekent, hetgeen intieme associaties met het woord ‘religare' oproept, dat dezelfde betekenis heeft.

Al-jabr betekent ook transformatie, hetgeen de relatie met de meerwaarde theorie versterkt.

De betekenis van de samenkomst tussen algebra en meetkunde voor een kwantummechanische benadering van de materiēle en psychologische ‘realiteit' en het daaruit ontstane vernieuwde wereldbeeld zou wel eens belangrijker kunnen zijn voor het zoeken naar de verbinding met uitgebreider vormen van bewustzijn dan de gecombineerde inspanningen van alle esoterici tezamen.

Na het marginaliseren van het religieuze (het samenbindende) denken, en door te slaan (Ronald Reagan en Maggie Thatcher) naar de seculiere uitwerking van deze ontbinding waarin samenlevingen nog slechts vrije markten zijn, is het ironisch op te merken dat uitgesproken de wetenschap met ontwikkelingen komt die naadloos passen in onze zo onderbelichte lingo-mythologische tradities; om er maar eens een mooie term tegen aan te gooien. De vrije markt economie die door de meeste Westerse staten heilig werd verklaard wordt nauwelijks meer onderschreven door de economen. Wetenschap en mythologie beginnen ineen te vloeien.

Alles wat we zien, horen en ruiken overbrugt afstand, een beweging richting eenheid. Noem ik de waarneming van deze zintuigen prikkels en ga ik er van uit dat deze prikkels aantrekken dan wel afstoten, dan kan ik dit ‘feedback' mechanisme beschouwen als een navigator in de duikboot naar een dieper innerlijk weten.

Uit mijn belangstelling voor de aromatherapie leerde ik dat veranderingen in mijn constitutie ook mijn voor- en afkeur van bepaalde geuren beïnvloed. De geur die ik nodig heb voor herstel komt bovendrijven als mijn favoriet.

Omdat we niet getraind zijn in aandacht voor deze prikkels lijken veel van onze keuzes te berusten op intuïtie, waarvan bekend is dat je die niet met een simpel commando kunt mobiliseren.

Een hond is perfect in staat om angst te ruiken, een spoor te volgen of te vluchten voor de vloedgolf zijn hok bereikt. Hier wordt gesproken van instinct, maar het is goed mogelijk dat honden simpelweg helderziender, helderhorender en helderruikender zijn dan hun baasjes. Als het waar is dat dieren, zonder ooit van een chaostheorie gehoord te hebben toch hun weg kunnen vinden in de caleidoscopische aard van het energetische aspect van de werkelijkheid, dan voel ik me serieus aangemoedigd zintuigontwikkeling wat hoger op de prioriteitenlijst te zetten.

In een discussie met een aromatherapeute in Engeland waarin we probeerden na te gaan in welke mate Aura- en Kirlianfotografie een rol kon spelen bij de diagnose in fyto- of aromatherapie, verzuchtte mijn gesprekspartner (ingaande op het probleem dat de energetische vuurdans bij elke gedachte of prikkel verandert) dat de complexiteit van deze benadering zonder twijfel nooit van de grond zou komen zonder gebruikmaking van technieken zoals die in de chaostheorie worden ontwikkeld.

En ik vermoed dat ze daar gelijk in heeft. Dat was ook de eerste keer dat ik de overeenkomst begon te zien tussen holisme en complexe systeemtheorieën; een beetje naïef als ik bedenk dat ‘ecologie' al heel lang een van de sleutelwoorden is in het chaos-denken.

Bekijken we waarnemer en waargenomene als één systeem dan is niet meer na te gaan of het de waarnemer is die stuurt, of het waargenomene.

Serendipiteit is de gave om toevallig waardevolle ontdekkingen te doen. De samenkomst van deeltjes die samen een lichaam vormen is door recombinatie van die deeltjes, door de uitwisseling van eigenschappen, in een voortdurende staat van vernieuwing, zoals in de geslachtsgemeenschap de eigenschappen van de ouderlijke chromosomen tot een uniek ‘nieuw' wezentje leidt.

Serendipiteit is misschien wel een heel deftig woord voor een immer doorgaand leer- en aanpassingsproces, een proces dat toevallig lijkt maar net als de eenvoudiger lineaire processen aan innerlijke wetten is gebonden. Wetten lijken controle en voorspelbaarheid dichter bij te brengen, maar het soort wetten waar het hier om gaat worden juist gedefinieerd in termen van onzekerheid en onvoorspelbaarheid.

Het is geheel in lijn met al het voorafgaande de zaak hier om te draaien.”Ik kan dan zeggen: ‘Alles wat we zien, horen of ruiken zijn boodschappen van het eigen (on)bewustzijn. Bevalt de boodschap dan vervolg ik mijn weg. Bevalt die boodschap niet dan verander ik van koers, althans dat mag ik hopen.

De twee openingen waardoor ik geur, kleur of geluid binnenlaat staan model voor de mogelijkheid binnen elke afzonderlijke waarneming een eigen mix te creëren; staan ook model voor een andere manier om naar het leerproces te kijken als een voorwaarde voor overleven in de chaos van voortdurende verandering en het creëren van steeds weer uniek afwijkende perspectieven.

Tenslotte is alle creatie de uitkomst van een leerproces, en zet op zich nieuwe leerprocessen in werking. Me bewust te zijn van dit onbekende bekende bestaan, is het deel dat ik voor mezelf zoek in die grote amorfe ruimte van eindeloos leren.

In het ecologisch geheel der dingen moeten we er als soort voor oppassen dat we zelf niet een weg worden die verlaten wordt omdat we in de concurrentie binnen het geheel van alle delen die hun erfelijkheid willen inbrengen als schadelijk of als onvoldoende relevant worden ervaren.

In het spel van verdwijningen en verschijningen zullen we best wel weer gerecombineerd worden in een andere ecologische context, maar waarom door te gaan op die weg van eindeloze regressies? Het is allemaal zo pijnlijk.

Inderdaad, geeft acht!

Als ik verder doordenk over de manier waarop ik zie hoor en ruik, of over de manier waarop indrukken op het moment van binnenkomen, als ze niet subliminaal worden opgeborgen, direct worden gemengd met reeds inwendig aanwezige inhouden, dan kom ik uit op een bewustzijn van een wereld die op zijn minst minder is dan perfect.

Zou ik mijzelf kunnen ledigen van mijn inhouden en de wereld zien zoals die zich laat zien dan zou ik vermoedelijk geen afzonderlijke delen meer onderscheiden, maar één geheel. De ruimte tussen twee voorwerpen in zou niet meer ervaren worden als een leegte maar als een verbinding, een overgang of een noodzakelijk compositorisch element in schilderij of muziekstuk.

Natuurlijk gaat het in alle getallen om relatie, maar in Acht word ik wel heel erg uitgenodigd om na te gaan hoe zuiver of hoe ingekleurd mijn relatie met mijn incarnatie nu eigenlijk is.

Wil ik wat ik wil? Geloof ik wat ik geloof? Verdien ik wat ik verdien? Of zijn de waarden willen, geloven of verdienen ‘polluters' (vervuilers) die werkelijke relatie in de weg staan?

Een kerkelijk ritueel op de TV doet mij kerkwierook ruiken alsof ik dat zojuist heb aangestoken. De vriend die ik in de menigte ten onrechte meende te onderscheiden duikt een minuut later ineens op. Mijn naam wordt geroepen maar ik zie niemand die roept.

Dit zijn ervaringen die we allemaal kennen. Ik vind ze interessant omdat ze een dissonant zijn in mijn ordelijke wereld waar alles zich voorspelbaar lijkt te gedragen. Ze relativeren mijn vertrouwen in de manier waarop ik mijn zintuigen gebruik, en ze openen mij voor de wonderschone verhalen van Leda en de Zwaan, van Castor en Pollux of van het Woord dat Vlees werd. 

De dubbelheid van ogen, oren en neus wordt voortdurend ingezet om te focussen of juist te dissociëren. In sommige culturen wordt het scheel kijken toegepast als een soort schakeling naar een analoge (magische) werkelijkheid.

Scheel horen of ruiken, het werkt allemaal hetzelfde. Ik moet me bewust worden van een omgeving die de Eenheid niet uitsluit maar insluit, ook al manifesteert die Eenheid zich als een dubbelbeeld.

Ik ben dat dubbelbeeld.

En Ik is ‘I' is ‘One'. Meerwaarde wordt gevonden in de vereniging van delen, en vereniging kent geen conflict met de Eenheid. En dan hoop ik maar dat eventuele lezers dit een sexy voorstelling van zaken vinden.

 


 

Veel criminaliteit komt voort uit een diep geloof in God, de Staat of de opperbevelhebber. Het kwaad dat zo moeilijk in mijzelf is aan te pakken moet dan maar uitgeroeid worden in de omgeving. God is goed en alles wat ik uit zijn naam doe moet dus ook goed zijn.

Jung heeft het over rationalisme ten koste van het numineuze. ‘Het numineuze is het irrationele in het heilige ofwel het mysterieus Goddelijke, dat fascineert en doet beven' (van Dale).

Godsdiensten zelf hebben een bijna materialistisch Godsbeeld uit de hoge mijter getoverd en hebben daarmee het numineuze naar de achtergrond verdrongen. Mystieke beleving werd niet aangemoedigd. Dat is ook logisch; godsdiensten zijn collectieve structuren, terwijl openbaring een strikt individuele ervaring is. Door de vervanging van symbool met het woord hebben de priesters zich machten toegeëigend die hen niet toekwam.

Een beeld dat is afgeleid van de dubbelganger is zonder twijfel ‘de schaduw'.

Licht werpt zijn schaduw. Het zijn de grote verlichtende ideologieën die de zwartste schaduwen hebben geworpen over mens en natuur. Godsdiensten en ideologieën hebben met elkaar gemeen dat ze alleen maar antwoorden hebben. Er hoeft nooit meer een vraag gesteld worden.

God, Marx of de neoliberale doctrine, daar kun je als gewoon mens nooit tegen op.

Het vraagstuk waarom Rome de Tarot in de ban deed lijkt hiermee opgelost; het duiden van een orakel begint meestal met het stellen van een vraag.

Vraagtekens horen bij het labyrint, bij de chaos. We leven in een complex bewustzijn, en zonder inzicht in- en zonder een goede relatie met de oorspronkelijke chaos is het nog maar de vraag of we onze problemen kunnen oplossen.

Voor meer informatie over de schaduw verwijs ik naar de psychologie. Voor geïnteresseerden in de dubbelganger kan ook een gang naar de faculteit ‘mythe en mystiek' de moeite waard zijn.

Deze onderwerpen zijn zo fundamenteel voor het begrijpen van bijna alle ellende die we elkaar en onszelf aandoen dat ze wat mij betreft niet genoeg bestudeerd kunnen worden. Vrijheid, een interessante interpretatie van chaos, is alleen maar positief in conjunctie met verantwoordelijkheid; vandaar die merkwaardige angst voor de vrijheid. Merkwaardig want, wie wil er nu niet vrij zijn van zorgen?

Alles wat we zien, horen of ruiken is tenminste voor een groot deel een schepping van ons bewustzijn, en alle waarnemingen kunnen worden beschouwd als boodschappen van hetgeen niet- of nog niet ten volle bewust is gemaakt. Bevalt de boodschap dan bevind ik me op een weg die niet in tegenspraak is met de eigen innerlijke orde. Word ik er flauw van dan zit ik verkeerd en kan ik maar beter opstappen en iets anders proberen.

Er bestaat een op occulte ideeën gebaseerde romancultuur waarin het negatieve deel van de dubbelganger, ofwel de schaduw, wordt voorgesteld als de projectie van een sinistere tegenstander die ons dwingt ons te blijven verdedigen, c.q. aan te vallen en ons daarmee de toegang tot het geluk van een verruimd bewustzijn ontzegt. De grap is dat, waar het grotere bewustzijn met eeuwig leven, de dood en met wedergeboorte geassocieerd kan worden, de tegenstander ook een energiebron is die ons in leven en bij de les houdt.

Dat het uitvinden of aanpassen van terminologieën realiteiten schept is waar voor het individu en het collectief. Helderzienden doen waarnemingen van de dubbelganger, en ik verdenk Goethe niet van leugens als hij beschrijft hoe hij zichzelf aan zijn schrijftafel zag zitten. De vraag is nooit of iets bestaat of niet, maar waarom iets zich aan ons bewustzijn opdringt en wat voor betekenis er aan gehecht kan worden. Esoterie heeft in navolging van exacte wetenschap veel te veel aangenomen als zelfstandige feitelijkheden en voerde daarmee een geestelijk materialisme in dat niet minder misleidend is dan het materialisme dat ons tot zulke hebbers heeft gemaakt.

Fantasie is mijn voedsel, alles is fantasie, het aardse en het hemelse. De eenzaamheid waar deze gedachte mij in plaatst vormt wellicht de basis voor het volgende hoofdstuk dat over de Kluizenaar gaat.

Acht is een voortdurend zoeken naar balans en dus ligt er in Acht een voortdurende aansporing de balans op te maken. Fantasie of intuïtiviteit moet in evenwicht gebracht worden met de rede. Intuïtie betekent: ‘ín de dingen kijken'. Inhoud onthult de vorm, zoals vorm de inhoud definieert. Van die omstandigheid maak ik gebruik bij mijn pogingen dit relaas over getallen tot een aanvaardbaar einde te brengen.

Fantasie heeft met fantomen te maken. Het dieper kijken laat zien welke fantomen aan onze scheppingen ten grondslag liggen. Het is de rede die een onderscheid moet maken. Er zijn geen grenzen aan de kwaadaardigheid dan wel goedaardigheid van mijn fantasieën, net zo min als dat er duidelijke grenzen zijn tussen intuïtie, fantasie en werkelijkheid. Innerlijke verdeeldheid maakt dat het mij aan concentratie ontbreekt om het optimaal goede, dan wel het optimale boze naar buiten te brengen.

Het is Thoth die ons beschermt tegen de excessen van een bewustzijn waarin rede en fantasie geen eenheid vormen. Thoth die veel overeenkomsten vertoont met Hermes (en ook met de bijbelse God) is de God van het magische (scheppende) woord en van alle geschreven teksten. Hij bewaakt ook de ingangen naar de Maan, de spiegel van de innerlijke inhouden.

De voorstellingen die ik maak en vervolgens uitspreek zijn energieën, net zo onverzettelijk als de muur waar ik liever niet mee in botsing kom. Thoth, bijgestaan door Maat, kan het mooier, houdt de maat in de gaten en zorgt er voor dat scheppingskracht en het bewustzijn dat ik van mijzelf heb (de ziel) in balans blijven.

Waarneming of ervaring; onze constitutie wil dat we het allemaal ondergaan ‘ín contrast met', ‘in relatie tot' ofwel in die merkwaardige weegschaal die dualiteit heet.

Voor veel studenten is de wens om naar de universiteit te gaan de wens om onder moeders rokken vandaan te komen en alles te kunnen doen waar mammie nee tegen zei.

Voor de officier van justitie kan de baan een wraakreactie zijn op de onderdrukking van een autoritaire vader. Beperken we ons tot de buitenkant dan is de misdadiger fout en de rechter goed. Bekijken we de binnenkant dan blijken rechter en boef uit het zelfde hout gesneden. De spiegel waar de rechter in kan kijken toont hem verdrongen boosheid en een onverwerkte jeugd. Een student kan in de verveling die hij ten aanzien van zijn studie ervaart de impuls vinden voor de lage energie die er al was voor zijn vlucht, en die de moeder deed kiezen voor een bezorgde, misschien wel overbezorgde, rol.

Lage energie, gebrek aan motivatie, depressie, identiteitsproblemen en een latent doodsverlangen zijn de achterkant van heel veel wegloopgedrag, en in studentenkringen ligt het zelfdodingcijfer traditioneel hoog. Leren, net als groeien, gaat nu eenmaal van au!

Hoe moeilijk is het om mijn persoonlijk bewustzijn of mijn tegenwoordigheid van geest vast te houden, laat staan uit te breiden?

8 laat de wentelende wielen van het lopende bandsysteem zien. Als niemand dit soort mensonterende systemen had geaccepteerd zou deze vorm van slavernij nooit zijn ingevoerd, hetgeen heel wat zelfbeschadiging had kunnen voorkomen.

Dat de lopende band wel bestaat verwijst naar mentale processen waar weinig originaliteit en variatie aan te ontdekken valt.

Het is de objectiviteit van de Magiër en de intuïtiviteit van de Hogepriesteres die ons tonen wat het is waar we van af willen en waar wij naar toe willen.

Gezien de omvang van de taboes waarop onze beschaving is gebouwd mogen we in 9 een stevige reactie verwachten. Ik put troost uit de wetenschap dat de duisternis van de schaduwen die wij werpen evenredig is aan wat wij ons aan verlichting kunnen voorstellen.

Gebrek aan kennis heeft mij er van weerhouden om de vergelijking tussen holisme enerzijds en kwantum mechanica en chaostheorie anderzijds als een rode draad in dit hoofdstuk af te wikkelen. Voor hen die beter hun best hebben gedaan op school dan ondergetekende laat ik de uitnodiging na deze vergelijking te onderzoeken. Misschien kan de malaise die ik binnen de filosofie bespeur bestreden worden met nieuwe vormen van kruisbestuivingen.

 

Joachim Bunders

 

Vervolg: Vallen in getallen hoofdstuk 9: De Kluizenaar

Partij voor de Liefde

Home - Partij voor de Liefde

20 april 2024

Bilingual (English & Dutch) website of the international visionary social political movement and Party for Love Governance inspired by Saint Germain of The Great White Brotherhood. - Tweetalige website van de Partij voor de Liefde, een politieke beweging en partij voor de Gouden Eeuw van Aquarius

Search

Ander Nieuws +