donderdag 28 maart 2024

personal4

Artikelindex

Hoofdstuk zestien. De Toren. The Tower of Destruction

r16

Vervolg van: De TAROT 15 - De Duivel

 

Torens zijn in het Engels ‘erected structures’ en erecties zijn zeker ook onderwerp van 15, de Duivel.
Met de verticale peilstok van 16 reikt de Magiër (1), overeenkomstig het beeld dat hij van zichzelf heeft, naar zijn hemel (6), zijn hoogste, en daarmee dus ook zijn laagste punt. Hoe groter geest hoe groter beest placht mijn moeder te zeggen. En hoogmoed komt voor de val.
Boven alles uit te torenen blijkt heel wat ambitieuze talenten aan te spreken.

 De goden spelen spelletjes die kinderen fascineren; het met de grond gelijk maken van wat bereikt is. Zelfgebouwde zandkastelen, hoge posities in de hiërarchieën van een establishment.

Hoog, hoger, hoogst - in de vermarketing van wetenschap, recht of wat dan ook wordt kwaliteit snel verdrongen door kwantiteit. Maar het verschil tussen groei en kanker is niet altijd vanzelfsprekend.
Optimaliseren en domineren; in het paleis van vraag en aanbod is het nooit genoeg. Dit gaat ten koste van een ‘fantastische’ laag in onszelf, een laag die het hele systeem draagt, of dit systeem juist neurotiseert.
Iets geeft mij in de beklimming van ladders of de obsessie daarvoor te beschouwen als een conditietraining.
Zijn de sporten van de ladder als de meerdere levens waar reïncarnisten van dromen? Representeren de chakra’s zeven basis staten van bewustzijn, zeven dimensies zo we willen? Elk staand voor bepaalde waarden die onderling niet zo makkelijk tot eenheid zijn te bewegen, zoals ook de Klassieke Mechanica en de quantumfysica niet makkelijk zijn te mengen..

In de onderbouw verschuilen zich de onderdrukte elementen van cultuur of persoon. Niettemin bewegen de irrationele inhouden van onwetendheid richting realiteitsbesef; hoe persoonlijk die ook moge zijn. Hoog en laag zijn onderworpen aan een of ander perspectief, overeenkomstig bepaalde keuzes die we maken of gemaakt hebben. Een klus die we leuk vinden pakken we anders aan dan een klus die ons tegen de borst stuit.
EENHEID betekent samentrekking van allerlei soorten van ervaring in een actueel schouwend bewustzijn. Een bewustzijn dat volgens quantummechanici de onzichtbare onderliggende orde verandert.
16 leert mij inzien dat de gedachte waarin hoofdwerk meer waard is dan handen- of voetwerk de sociale piramide in stand houdt. Meer woont boven op penthouse niveau, minder zit ergens diep
onder in een put.
Grote inkomensverschillen tussen de verschillende lagen van de piramide laat zien dat gevoel voor EENHEID vaak niet langer stand houdt dan een vakantieverliefdheid. Meer verdienen dan al je patiënten is een toestand waar de geneeskunde nog geen medicijn voor heeft..

Rijk zit boven, arm zit beneden. En de rijkaard zal zich niet gauw een beeld vormen van hoe het is om van een minimum uitkering of loon te leven, zoals de arme er geen weet van heeft hoe de angst kan toeslaan bij het hebben van iets dat ook zomaar weer verloren kan gaan. Voor je het weet verandert medemens in wolf en moet je permanent over je schouder kijken.
In één leven (kans)rijk en dan weer (kans)arm te zijn, is als een samentrekking van tegengesteld geachte toestanden. Is ook eigenlijk de enige manieren om te zien dat boven en beneden projecties van elkaar zijn. Die wolf ben je zelf!
Eigenlijk bestaat er maar één werkelijkheid, en dat is het beeld dat ik van werkelijkheid heb. Hoe dat beeld verandert onder wisselende omstandigheden kan alleen vastgesteld worden wanneer de omstandigheden wisselen. En ik hoef niet lang naar de Toren te kijken om te zien dat het hier om abrupt wisselende verschijningsvormen gaat van het lot, niet minder spectaculair dan het instorten of exploderen van de beurs of van een Ster.
In de hogere Arcana wordt veel losgelaten van wat in de lagere getallen aangenomen werd, of uitgerold wat eerder was opgerold. Jan Lammers, de autocoureur zei vanmorgen in een radio-interview: ‘Het gemis is het besef’.’
Angst, verdriet, depressie of verlies zijn innerlijke startmotors voor dat grotere besef van uitdaging en afstoting, van vastklampen en loslaten, van haat en liefde. High and low spirit!

De afzondering waarin de idee van een afgebakende rol of van die uitgesproken persoonlijkheid ons plaatst doet een soep van relaties ontstaan.die veelvuldig gekenmerkt worden door afhankelijkheid. Dromerijen over wat we zouden willen doen zonder deze dromen ooit te realiseren legt energie vast die nodig is voor het ontwikkelen van aanpassingen aan steeds veranderende evolutionaire condities. Zwarte gaten en supernova’s zijn ervaringen waarvoor we geen fysieke ruimtereizen hoeven te maken. Dat zijn normale ontwikkelingselementen, net als geboorte en dood, en alles wat daar tussen zit..
Ik meen in mijn ontwikkeling gestoord-, ondermaats behandeld- en niet gezien te worden door het collectief of door de ander; wat ook best het geval zal zijn. Pas ik me hierin aan en laat ik me tegenhouden de eigen inspanningen of ontspanningen naar steeds groter hoogte of diepte te brengen dan zorgt de stagnerende energie voor angst- en paniekaanvallen waarvan ik vervolgens niet weet waar die nu weer vandaan komen.
Als veel mensen een in zichzelf opgesloten indruk maken komt dat misschien wel door angsten die eenvoudiger naar buiten worden geprojecteerd dan van binnen opgelost.
Omdat we vaak niet weten waar onze angsten vandaan komen, nemen we aan dat ze hun oorsprong hebben in de buitenwereld of in een buiten ons om, allesbepalend lot. Vervolgens bepantseren we ons en verschansen ons in steeds heftiger verdedigingswerken

Het zijn deze angsten die duidelijk maken dat de collectieve ideeën die wij over onszelf hebben als excuus worden aangegrepen om van de inspanning van eigen ontwikkeling af te zien.
De Magiër moet leren de eigen ontwikkelingen te ontkoppelen van maatschappelijke verwachtingen, reeds veroverde posities of welke identificatie dan ook. Wat je bent is mooi, maar wat je nog niet bent daar begint het ware avontuur. Een leven zonder de spanning van een penetratie in het onbekende zo nu en dan vervreemd ons van de mogelijkheid ons te verliezen in de minder beperkende mogelijkheden die we in ons meedragen, waardoor het proces van EENWORDING stagneert.

Persoonlijkheid is een aan tijd en omstandigheden gebonden en dus voorbijgaand idee. Hoezeer persoonlijkheid zich hier ook tegen mogen verzetten, het zal overweldigd worden door de openbaring van een dieper gelegen koninkrijk. Volgens de symboliek van de regenboog (7) wordt de opening naar een volgende fase nu niet gerealiseerd door water maar door vuur. In dat opzicht zou de opwarming van de aarde die we nu meemaken geen verrassing moeten zijn.
In de Torenfase wordt ons lot niet bepaald door wensen en emoties maar door de vuurkracht van de bezieling. Bezieling en geestdrift (crazy man) doen slagen waar wilskracht onderhevig is aan twijfel, angst en de waan van de dag.. Bezieling kent geen twijfel en sluit geen compromissen. Geestdrift negeert de menselijke behoefte te berusten in het ‘onvermijdelijke’, en ervaart het NU als eindpunt van de innerlijk gevestigde orde en als speerpunt van verdergaande ontwikkeling.
We creëerden wetten om onszelf tegen elkaar te beschermen, maar gingen daarin zo ver dat we niet meer weten hoe ons te beschermen tegen onze beschermers. 16 spiegelt de (zelf)vernietigende krachten die we toegelaten hebben in ons selectieve toelatingsbeleid en belicht een einde aan een persoonlijk willen dat zich geen hoger doel kan ‘bedenken’ dan emotionele- en fysieke overleving. Denken en willen werden functies die ons afsneden van de eigen inspiratie. Oosterse filosofie die innerlijke leegte onderzoekt, of de kunstenaar die zich naar binnen keert op zoek naar het zuivere, ware beeld, hebben de beperkingen van ‘streven’ en ‘denken’ leren kennen.
Ik kan alleen maar denken en willen wat reeds bekend was. Voor ‘nieuwe’-, uiteindelijk toch archetypische informatie, moet ruimte gemaakt worden. Paradox die de volte zoekt in de leegte is de vertrouwde vernietiger van ons denken. Zen, hogere wiskunde, maar ook de studie van symboliek zijn wegen om de mentale ruimte te reconfigureren, ‘op te blazen’ zelfs - volgens de kaart.

Wanneer door spijt, zorgen of piekeren de mentale ruimte wordt overbelast en toenemend, compenserend consumptisme de wrijving tussen innerlijke nood en uiterlijke feestdrift alleen maar vergroot, ontladen deze onlusten zich in een brand waar ook reeds de Duivel mee werd geassocieerd. Zelfvernietiging, om me bij de actualiteit te houden, blijkt een onderdeel te zijn van een conditie die ook kenmerkend is voor het liberaal kapitalistische model dat ons zo zalig omarmd heeft, geheel in de traditie van adder en borst.

We hoeven niet aan exotische disciplines te denken in onze relatie tot de Toren. Het is voldoende om het woord ‘onmogelijk’ uit onze woordenschat te verwijderen. Pieken in de sport, hoger bouwen dan wie ook, boven alles en iedereen uitsteken. Big Brother die satellieten en allerlei vlieggerei omhoog brengt, maar ook onze netwerken tracht te controleren zodat onze gangen van stap tot stap gevolgd kunnen worden; die broeder, die verdelger van openheid en vrijheid, herinnert me aan de mythologische antichrist.
The sky is the limit. In deze race om de macht tussen collectief en individu is niets te gek. De overmoed die daar aangetroffen wordt sluit aan op godsdienstige noties waar de Toren symbool was voor een god die boven de mensen staat.
Het is niet moeilijk om in de Toren de ambitie te zien van Ego.
Groepsego of persoonlijk ego, uiteindelijk staan ze in dienst van onderwerping en dwang.
Of we de vernietiging van het oude IK overlaten aan de macht van een buitenwereld in voortdurende verandering, of dat ons innerlijke establishment vernietigd wordt door het vuur van geweten dat te lang het zwijgen is opgelegd komt eigenlijk op het zelfde neer. De ziel is de representatie van het AL dat wij ons bewust mogen maken, en in het proces van bezieling wordt geen rekening gehouden met de neiging ons schrap te zetten tegen de verantwoordelijkheden die komen met het inzicht dat wij ons zoveel meer bewust hadden kunnen maken dan we tot nu toe hebben toegestaan. Het veilige carrièrepad is iets anders dan de onzekerheden waar de eigen talenten ons voor stellen. Maar toch, als we die talenten inruilen voor dat goed gevulde bordje linzensoep wekken we vijandige vuurkracht op die onze hospitalisering in de bereikte positie met de grond gelijk maakt. Als de Duivel zegt, ‘doe wat je wilt’, en we passen dit slechts toe op handhaving, dan plaatsen we ons voor een evolutionair peloton dat heel goed raad weet met onze te beperkte IK ideeën.

In de Duivel oefenden we de zintuigen, in de Toren zien we daar de resultaten van. Oppervlakkige waarnemers zien de Toren; zij die dieper kijken zien de fundamenten, de ondergrondse onderbouw. Hoe hoger de Toren hoe dieper de bijbehorende onderwereld. Een Magiër richt zich niet tot de persoonlijkheid maar tot een dieper gelegen koninkrijk dat op openbaring wacht.
Attente lezers kunnen zich hier afvragen of ik me hier niet vergis. Zo een koninkrijk plaats je toch eerder in de boven- dan in de onderwereld.
Ten opzichte van de bovenwereld (het nu nog bovenbewuste) is onze actuele staat van bewustzijn een onderwereld. Onverlicht hechten we alle ongewenste zaken aan die onderwereld en al het goede aan de hemelse bovenwereld. We streven omhoog, we vallen omlaag. Toch is die onderwereld een getrouwe kopie van de bovenwereld. De omdraaiing die in spiegelbeelden optreedt doen slordige waarnemers geloven dat het om heel verschillende sferen gaat, maar het is hier net als het godsbeeld. Ik geloof in God. Ik geloof niet in God. Beide uitspraken bevestigen de aanwezigheid van geloof en of je het object van geloof nu GOD of NIETGOD noemt maakt voor het geloof niet veel uit, zoals de radio, of die nu aan of uit staat, toch steeds dezelfde radio blijft.
Daar komt, neem ik aan, de uitdrukking vandaan, ‘Dat wat we scheppen in de onderwereld moet sterven in de bovenwereld’. Wat bewust gemaakt wordt vanuit het onbewuste houdt op te bestaan in dat onbewuste. In het zo boven zo beneden verhaal mag de lezer de omkering van bovenstaande zelf uitproberen. Wat gebeurt er met bewustzijninhouden die langzaam in de vergetelheid raken? Wat laten ze achter en wat betekent dat voor de omgeving waar ze ophouden te bestaan? De hersenstormen die ontstaan wanneer ik probeer een einde te maken aan minder gezonde gewoontes laten zien hoe diep onthoudingsverschijnselen kunnen gaan.

In symbolische naslagwerken kwam ik de opmerking tegen dat als de betekenis van de as tussen hemel en aarde wordt overdreven je het risico loopt van een Babylon effect. De aanleg om van alles en nog wat te relativeren kan niet hoog genoeg gewaardeerd worden. Ook van het ‘zo boven zo beneden’ moet geen dogma gemaakt worden, laat staan dat we er een eredienst omheen zouden moeten zetten. Zolang ik niet echt weet wat boven is en wat beneden past mij niets dan bescheidenheid.

Meesters die het gevoel hebben dat de gave om dieper te zien en beter te luisteren persoonlijke verdiensten zijn verbinden zich met een collectieve manier van reageren. Dat wat in collectiviteit echter ontbreekt is het persoonlijke geweten. We vinden dat het zus of zo zit omdat we er nooit op een persoonlijke en gewetensvolle manier over nagedacht hebben. Het eigen geweten onbewust ra maken of te houden, laat iets achter dat ervaren wordt als stress, eenzaamheid, onrust, pijn, angst en dergelijke. De staat, Shell, nazidom, godsdienst, maffia en elk type van collectieve organisatie en leiderschap staat bloot aan de verleiding regels op te stellen die individuele oordeelsvorming afschrikken of ondermijnen. Maar van de ontelbare universa met hun nog ontelbaarder Sterren kan hoogst waarschijnlijk gezegd worden dat er geen twee gelijk zijn. Die expressie van individualiteit moet wel van betekenis zijn voor de integriteit van zowel de delen als het geheel. Popsterretjes begrijpen dat en monsteren zich op zo onnavolgbaar mogelijke wijze uit. Popsterreyjes moeten wel waken voor onderlinge nabootsing. Collectiviteit is listig als een slang.
Overbenutting van de collectieve mogelijkheden produceert oneigenlijke invulling waarin geweten en fantasie onze grimmigste vijanden kunnen worden. Dat zijn de torens waar we ons in hebben opgesloten. O eenzame toren! Altijd in het zicht, altijd in staat van beleg.
Lingam en yoni zijn uitgesproken vruchtbaarheidsymbolen en vormen de basis van torenhoge en bodemloze onderscheidingen in totem en taboe, de basis voor ons angstvallige dualisme. Sadomasochistische tendensen moeten wel samenhangen met de angsten voor de woekerende expansiedrift van een cirkel die het contact met de eigen onbeweeglijke kern niet tot stand kan brengen. In de Duivel werd dat gedefinieerd als angst voor de eigen natuur, en met die blindmakende angst herkennen we geen wolven in schaapskleren.

In de vernauwingen van onze masochistische, dan wel sadistische aanleg laten we ons graag een verlosser aanpraten. We applaudisseren voor de macht- en de onderwerping daaraan. Het lijkt ook mooi, macht te geven aan goeddoeners die ons een betere toekomst beloven maar vergeten aan te geven wie of wat op moet draaien voor de kosten van de vooruitgang, dan wel de kosten eenzijdig oplegt aan zwijgende meerderheden in de samenleving die makkelijk gemanipuleerd kunnen worden.
Als meerderheden het al moeilijk hebben een morele standaard te onderhouden dan zien we minderheden het nog moeilijker hebben. Afkeer - van christen, concurrent, jood, moslim zigeuner, homoseksueel, uitkeringstrekker, hasjiesjroker - beweegt mee op onderstromen waarvan we achteraf met spijt te constateren toch wel veel vervuiling te hebben toegestaan.
Dat de verheerlijking van de sterke man, of van dominantie in het algemeen, een inadequaat substituut is voor de groei van innerlijke autoriteit en geweten, mag duidelijk zijn.

Of de totem (lees: ‘ideologie’) nu welvaart heet, socialisme, leiderschap of eigendomsrecht doet er niet zoveel toe, vooral niet als je bedenkt dat het in al die belangen niet zelden om het eigenbelang gaat.
Ik doe het voor volk en vaderland, zegt de politicus. Dat zal dan wel. Maar zij die constant boven zichzelf uitstijgen in dienstbaarheid voor het geheel kunnen maar beter in de gaten gehouden worden. Het geheel, de EEN verwijst naar de Magiër die in veel gevallen een oplichter blijkt te zijn, ofwel een geraffineerd illusionist.

Waar in de Duivel de lieve lusten en het doen wat je wilt als vormen van waarheidsvinding ingezet worden, wordt de daarbij optredende gretigheid gericht op de inerte en gefrustreerde positie van de Geliefden.
Daar vind je de grondstoffen waarmee forten, dynastieën en krijgsmachten gebouwd kunnen worden. Huisje, boompje, beestje; dat klinkt aardig maar die droom is ook wel enigszins het vaderland van de universele soldaat. En soldaten hebben een leider nodig en uitkijktorens om huisje, boompje, beestje te beschermen tegen een vijand die we dan uiteraard ook nodig hebben. Sommige misdaden is dit strategospel zijn ongetwijfeld projecties van de manier waarop Geliefden oprollen in hun liefdes.
Geweld in het huishouden, kinderbescherming en blijf van mijn lijf inrichtingen vormen slechts het topje van die gelukkige, eens zo romantische verbinding die liefde genoemd werd. Wat oorlog en liefde met elkaar gemeen hebben is dat alles is toegestaan. Zij die grenzeloos, alles willen - weten dus wat hen te doen staat. Beroep je op de liefde of meld je aan bij het leger. Ik zou ook kunnen zeggen, sluit je op in je eigen toverformule en gooi de sleutel weg.
Mocht dit wat cynisch klinken dan moet de lezer maar denken dat schrijver dezes het toch altijd over zichzelf heeft.
Noterenswaardig is ook: ‘Liefde’ is familie van het woord ‘beloven’, en ook van ‘verloven’. Terwijl bindingen juist in strijd lijken te zijn met de vrijheid die ego-libido opeist.
Enfin, beloof je potentiële volgelingen liefde en alles wat ze willen, hoe ziek ook, en voor je het weet maak je deel uit van parlement of gemeentebestuur en mag je deelnemen aan het megalomane denken dat verbonden is met die oude waan die het steeds weer voor het zeggen lijkt te hebben, een waan die ik in het vorige hoofdstuk ‘vooruitgang’ noemde.
Nu heb ik niets tegen vooruitgang maar ik vraag me wel af wat het dan is dat we vooruit willen zien gaan. Meer establishment, minder anti-establishment? Meer of minder afhankelijkheid; vrede op aarde, en is dat jouw vrede niet slik dan of stik dan.

De Toren straalt macht uit. Macht die nooit genoeg heeft aan zichzelf, altijd weer boven zichzelf uitstreeft; noem het verslaafdheid aan dominantie, of aan soevereiniteit.
Wat is trouwens het verschil tussen metafysische- en wereldse soevereiniteit? Is het dat de aanname van iets dat het menselijke te boven gaat ruimte schept voor groei? En wat dan is het verschil tussen groei en vooruitgang?
Iedereen moet zijn eigen definitie vinden voor de scheppingskracht of voor het beeld van God of Godin. Voor mij verwijst God naar Grote Geest, een bezielende kracht die vorm geeft aan alles dat we kennen, een soort deeltjesversneller richting de archetypische wereld. Er op te vertrouwen dat die versnellingen onderdeel zijn van mijn bagage, en de vuurkracht mobiliseren die nodig is om eenzijdig ingebeelde soevereiniteit een kopje kleiner te maken, is een uitgangspunt waar ik wel brood in zie. Uiteindelijk moeten alle ontkenningen, verwaandheden en inbeeldingen als brandstof voor het ego doorzien worden en overgelaten worden aan ingebouwde zelfdestructie. Hoogmoed komt immer voor de val.

Steeds weer word ik voor de keuze gesteld. Welk koninkrijk dien ik nu eigenlijk Als ik kies voor de binnenwereld word ik minder toegankelijk voor mijn tijdgenoten maar transparanter voor goden die mijn hoger bewustzijn representeren.
Probeer ik me de buitenwereld eigen te maken dan kies ik voor vergankelijkheid, en vervreemd mezelf van mijn onsterfelijkheid.


In aanmerking nemend dat politiek, althans het redenerende deel van mijn brein, net als de Toren van Babel, een zeg maar institutioneel probleem heeft met de lange termijn verwacht ik op korte termijn weinig goeds van dit soort keuzevrijheid. Ik zal het voorlopig met compromissen moeten stellen. Een beetje hoger vandaag een beetje lager morgen, net als een kater na een doorboemelde nacht..

Picasso, een compromisloos man, was niet groot omdat wij hem groot vonden maar wel omdat hij niet wegliep voor de gekte van zijn binnenwereld, en concentratie wist te mobiliseren voor het in stand houden van net genoeg evenwicht en continuïteit om de grenzen van vorm, inhoud, perceptie en duiding te kunnen onderzoeken.
Kiezen voor hetgeen mijn inhoud is en daarmee aan de slag gaan; het lijkt de eenvoud zelve - maar zonder veelzijdigheid in balans schat ik mijn kansen niet hoog in. De Toren biedt uitzicht in alle richtingen maar wie hoogtevrees heeft, angst voor de innerlijke godheid, zal die overdaad niet weten te waarderen.

De opbouw van een sterke staat leek wat lucht te geven aan de noodzaak de eigen innerlijke staat te versterken. Maar die lucht is vervuild en oplossingen zijn problemen geworden. Deze donkere kant is ook een deel van de volledigheid waar niet van weggelopen mag worden. Het geneesmiddel van gisteren is het vergif van vandaag en morgen. Je zou ook kunnen zeggen, wat enkelen zich kunnen permitteren wordt een ramp als de enkeling iedereen wordt. Iedereen een biefstukje, een auto, een tweede vakantie, een windmolentje enz; reken maar uit. Maar wat is het alternatief? Ophouden met de hulp voor de zwaksten? Royale toegang tot levensbeëindigende middelen? Hoogdravende morele beginselen lossen onze demografische problemen niet op.
Paradox wil dat het binnen-, buitenverhaal gecompliceerd wordt door de ervaringswetenschap dat je waarde toevoegt als je je innerlijk kunt delen met de buitenwereld. Juist kennis die optimaal gedeeld wordt heeft de potentie de ontwikkeling van elke individuele deelnemer te bevorderen. Wij kunnen nog wel wat leren van de nanobotjes, over schikking en stapelbaarheid. Allemaal zaken van belang voor vesting- en torenbouwers.
Hoe ook, vermeerdering in de binnenwereld is iets anders dan vermeerdering in de buitenwereld, ondanks het feit dat ze projecties zijn van elkaar. In communicatie blijkt steeds weer dat snelheid in de innerlijke, mentale wereld niet geëvenaard kan worden in de buitenruimte. Dat maakt het ook zo moeilijk om innerlijke openbaring onder woorden te brengen. Soms lijken geestesvonken al verdwenen te zijn voor ze verschenen.

Vanwege die verschillende tijdpercepties in verschillende sferen lijken mijn aantekeningen achteraf vaak nergens op. We vinden de komst van steeds meer ADHD jongetjes en meisjes zorgelijk. Maar misschien is dat nu juist het mensentype dat we nodig hebben om die snelheid te reproduceren in onze netwerken. Grote veranderingen in taalgebruik, waar het opvoeren van snelheid zich manifesteert in ff en een miljoen andere afkortingen, compensatie zoekend voor onze chronisch, demente aanleg.
Ik verwacht een goede toekomst voor lanceertorenbouwers. De hogere posities die we zoeken in te nemen kunnen maar mondjesmaat bereikt worden als de lanceertechnieken in het bijzonder en deeltjesversnellers in het algemeen geen gebruik kunnen maken van juist die natuurwetten die we tot nu toe met brute kracht proberen te overwinnen. In mijn omkeringsdenken kan ik niet om de zwaartekracht heen. Waar zwaartekracht is, is antizwaartekracht. Dat de choreograaf die aan deze krachten vorm geeft al net zo onvindbaar is als God, Piramide-energie of Dark Matter, maakt het alleen maar spannender.
Waarom torens niet op worden gehouden door met gas, lichter dan lucht, gevulde ringen is mij een raadsel. Is het omdat we dat gas niet kunnen zien dat we er niet voluit op durven te vertrouwen? En wat betekent dat voor allerlei andere zaken waar we kennis van hebben zonder er zintuiglijk ooit mee verbonden te zijn geweest. De idee van een god is in wezen veel abstracter dan het gas in een ballonnetje, en toch wordt de onzekerheid van zo een god met groter gemak geaccepteerd dan de betrouwbaarheid van een zeppelin.

Zwaartekracht neemt een bijzondere, welhaast magische plaats in. Zonder zichtbaar fysiek contact de zwaarste constructies in de ruimte kunnen bewegen alsof het veertjes zijn doet als wonder niet onder voor een wandeling over water.

Maar toch…Onze vertrouwdheid met onzichtbare elektriciteit, of met gas in keuken en verwarmingsinstallaties verzet zich tegen bovenstaande redeneringen.
Sommige associaties echter zijn te mooi om te negeren, ook al maken ze inbreuk op een of andere logische orde die toch altijd weer paradoxaler is dan verondersteld.
Juist in het getal 16 dat gegoten is in 4 x 4, het getal van logica, zwaartekracht en beperking, herinneren we ons oeroude intuïties waarin werkelijkheid zoals we die ervaren het resultaat is van de 4 elementen. Knutselen met de orde waarin die vier elementen zich geschikt hebben is net zo link als knutselen met de bouwstenen van natuur en leven.Voor God willen spelen heeft al menig bewoner van het Rijk van Mythos opgebroken.
Ben ik een toren zonder bliksemafleider?
Juist het onverzettelijke blijkt ontvankelijk te zijn voor confrontatie en vervolgens tot transformatie.
16 is ook 7, het getal van evolutie en ontwikkeling.
De verlichting van de moderne tijd staat mij toe af te wijken van een logica waar iets waar is of onwaar.
Meerwaardige logica biedt thans ook ruimte aan vergelijkingen die slechts gedeeltelijk waar zijn; een mooie opsteker voor filosofen, maar wel een heel lastige.

Hoe ook, mijn niet geheel rationele overwegingen hier duiden zwaartekracht als een van de grote uitdagingen van de moderne mens, zoals de aantrekkingskracht van de liefde van mijn leven een mysterie maakt.
Ook op psychologisch vlak hebben we koudwatervrees voor het onzichtbaar gemaakte deel van ons bewustzijn. We gaan af op wat we zien en horen, terwijl de grote veranderingen nu juist zijn als gasbellen die opstijgen in het moeras van het onbewuste. Psychotische uitbarstingen komen
net zo onverwacht als de lichtervaringen van mijn vriend. Al het goede komt van boven, heet het in ons idioom. Dat mag gelden voor de zegeningen; de vervloekingen komen uit die onderwereld, de fundamenten van de Toren.
Niet te zien wat we niet wensen te zien is een recept voor onheil.
De bankier die alleen nog maar met zijn persoonlijke belangen bezig is en de ogen sluit voor de gevolgen van zijn opstelling. De toerist die de ecoruimtes platloopt, want natuur is zo mooi. De slechte verdeling van economie en welvaart, Er zijn duizenden voorbeelden te bedenken die aantonen dat onze morele waarden ondermijnd worden door onverzettelijk eigenbelang. Maar wel een eigenbelang dat te maken kan krijgen met torenhoge uitgaven bestemd om ons de wanhopigen van het lijf te houden en waar ‘fundamentele’ tegenstelling alleen nog maar op een fundamentalistisch niveau beoordeeld en behandeld worden. Heel griezelig.

Onder de druk van aanpassing aan collectieve waarden is individualiteit een verdrongen- en dus een mythologisch gegeven geworden. In onze culturele context kan ze zich nog slechts als een gekruisigde god aan de wereld openbaren
Op mijn best ervaar ik persoonlijke deelname aan een universeel mysterie waarin ‘het lagere’ zich voortdurend offert aan ‘het hogere’, en waarin het hogere gewelddadig ingrijpt wanneer die opkomende stroom niet wordt toegelaten.

Nu nog bouwen we windmolens ofwel windturbines. Straks zullen dat wellicht ‘solar towers’, zijn. Dit soort technologieën laten zien dat gebruikmaking van de krachten in de natuur de kortste weg is naar de oplossing van zelfgecreëerde ecologische problemen. Ruimteliften die onze ambities voor de ruimte moeten faciliteren zijn eigenlijk al verouderd ver voordat we technisch in staat zijn daar vorm aan te geven. Afhankelijkheid van externe energievoorziening diskwalificeert deze fantasie van zo een draadje tussen hemel en aarde. Maar als tijdelijke oplossing zal de ruimtelift zoals die nu wordt bedacht passen in het heil dat we ervan verwachten; heil dat van boven schijnt te komen.

Op te houden mezelf als een slachtoffer te gedragen en te dromen over de verwantschap tussen een kruis en de wieken van een molen verruimt de idiomatische en semantische ruimte waarin ik op zoek ben naar betekenissen die een einde moeten maken aan de kleindenker die ik ben. Hoog Sammy, kijk omhoog Sammy…. Maar vergeet de voeten niet.

Op een morgen stond ik op en het flitste het door me heen. De Toren is een herkenningsteken, een baken. De Toren moet wel over identiteit gaan.
Maar er is iets eigenaardigs aan de hand met identiteit. In eigentijds gebruik van het woord onderscheidt ‘mijn’ identiteit zich van alle andere identiteiten. We identificeren ons met unieke, persoongebonden gegevens, zoals pasfoto, vingerafdruk of irisscan.
Zoek ik ‘identiteit’ op in de etymologie dan lees ik dat dat woord in oorsprong, ‘hetzelfde’, betekent (zoals in: ‘identieke tweelingen’).
De gedachte dat mijn uniciteit nu juist datgene is wat ik met ieder ander mens deel heeft iets betoverends, noem het een bewustzijnsverschuiving zoals ik die nu en dan ervaar bij het omdraaien van het zogenaamde bekende – en waarbij deel en tegendeel als het ware in elkaar opgaan.
Voor wie het belang ontgaat van deze moeilijk identificeerbare identiteit kan in 16 overwegen wat er gebeurt wanneer je in onzekerheid verkeert over die eigen identiteit. Op Internet vond ik de vergelijking tussen Identiteit en een Huis. Dakloosheid is wat we zien als we naar de inslag kijken op de Torenkaart. Juist omdat georganiseerde godsdienst in de verdediging is gedrongen en het voor mensen moeilijker wordt het persoonlijke te verschuilen achter een groepsidentiteit is er veel nieuw leed geschapen, maar ook triomf wanneer het individuatieproces op gang komt en vruchten begint af te werpen.
‘Ik kom van het Huis puntje, puntje, puntje…..’ spoort met, ‘ik sta in de bloedlijn van….’
Het belang van bloedlijnen wordt hoog opgespeeld in de beoordeling van de mythische betekenis van Jezus, Maria Magdalena en de 12 Israëlische stammen. Graalverhalen hebben van bloed in de vorm van wijn een verbinding gemaakt tussen de Keltische pot of ketel en de Christelijke miskelk.De kruizen in de de vier vierkanten duiden op een toestand die hecht is verbonden met de idee van transcendentie, die hier tot onderdeel wordt gemaakt van (7) de menselijke evolutie. Omdat miljoenen zich op basis van een mythisch Verbond hebben verzameld rond de meest uitzinnige samenzweringstheorieën, waarvan vele met een uitgesproken apocalyptische karakter, rees bij mij de gedachte dat het afbrokkelen van onderlinge spirituele empathie toch weer gecompenseerd wordt met steeds sectarischer netwerkjes. We willen niet alleen dat teken oprichten. Het moet ook nog een teken zijn dat boven alle andere tekens uittorent. En wie niet voor ons is is tegen ons. Maar in de dreiging die van deze vestingen uitgaat zien we toch dat het eenvoudiger is om identiteit op te blazen dan het is om me identiteit eigen te maken.

Identiteit.
De angst nergens bij te horen of een nobody te zijn is een niet te onderschatten aanjager van neurotische-, soms zelfs van psychotische aandoeningen.
In de voorhoede van onze beschavingsijver hebben we missies opgericht en in verwijzing naar die missies wordt vaak ook de huisvesting van die missie bedoeld, zoals de kerk een gebouw kan zijn, maar toch ook een gemeenschap. Zo kent ook de ziel zijn tempel en we weten welke twijfels worden aangesproken door de cosmetische industrie. De totems zijn hier hoog opgericht. Bedenkende dat de schaduwkant van totem taboe is leggen we onszelf voortdurend beperkingen op om toch vooral te kunnen beantwoorden aan de eisen van het collectieve schoonheidsideaal.
Wie niet weet waar hij vandaan komt of waar hij bij hoort zal ook moeite hebben met een eventueel doel. Problemen met de eigen identiteit of schoonheid, maar geen idee hebben van de persoonlijke missie zijn in mijn tarotexperimenten veel voorkomende complexiteiten, vaak in samenhang met gebrek aan concentratie, en een depressieve instelling. Ik zie hier een verband tussen de hier genoemde problemen en zelfs schizofrenie. Niet verrassend in dit vreemde milieu waar ‘ja’ tevens een ‘nee’ is, waar identiteit voor het unieke staat én voor dat wat je gelijk maakt aan het andere. En waar je ook nog bang mag zijn voor datgene waar je je toe aangetrokken voelt. De Toren trekt de aandacht maar roept ook wrevel of zelfs weerzin op. Ik meen de ene dimensie te kennen maar ben als de dood voor die andere dimensie, zoals het laagland met argwaan kijkt naar de hoge heren en dames die bepalen wat wel en niet goed voor jou en mij is.
Laveren tussen totem en taboe, zonder een baken op de horizon, is een riskante bezigheid. En of we dat baken nu Jezus noemen, Mohammed of Gouden Kalf doet er niet zoveel toe. We verkopen onszelf knollen voor citroenen. Identiteit is nu eenmaal dakloos. Wie de eenzaamheid van buitenkerkelijkheid niet aankan doet er ongetwijfeld beter aan voorlopig nog even aan te schuiven bij een of ander uitverkoren volkje. Dat kan de vakgroep zijn in de universiteit, de fractie in kamer of raad, de vrijmetselaarsloge of zelfs een lidmaatschap van de fietsclub. In al die clubjes worden wij voorzien van scripts en aanwijzingen die behulpzaam zijn in al die lastige keuzes, waar vóór te zijn, en waar tegen.

De ideologieën waar ik me niet altijd even positief over heb uitgelaten kunnen niet overgeslagen worden in mijn wordingsproces. Aanname en ideologie liggen in elkaar’s verlengde. Mentale ontwikkeling gaat over hypothese, experiment en bijstelling van koers of standpunt, en de inslag van bliksem komt van boven, zoals het denkvermogen ook ergens boven in de kolom wordt gesitueerd. Aannames veranderen voor je het weet in dogma’s of axioma’s, een waar paradijs voor luie denkers die nog niet toe zijn aan de subtiliteiten van de quantummechanica.
Wat is mijn persoonlijke missie? Hoe kan ik weten dat het doel aansluit op mijn missie.
In het hexagram valt op dat de punt die omhoog wijst is verbonden met een solide basis. Hetzelfde geldt voor het punt dat naar beneden wijst. Het yin yang symbool dat vergeleken wordt met het hexamgram onderstreept de klassieke tegenstellingen: vrouwelijkheid en mannelijkheid, statisch en dynamisch, Eros en Thanatos; Thanatos die tweelingbroer was van de Slaap (Hypnos). Het onderliggende onderscheid tussen levens en doodsbewustzijn wordt hier stevig aangezet.

De geest werkt met opstapelingen van aannames. Er wordt gesproken over toenemende subjectiviteit in het wetenschapsbedrijf, waarmee de erkenning dat het fysieke lichaam de geest beïnvloedt en de geest het fysieke lichaam, een feit is. Wetenschap was wat mij betreft nooit iets anders dan een op subjectiviteit berustende tijdspassering. Daar heb ik heel wat rationeel denkenden behoorlijk van mij vervreemd.
Bovenstaande verdient nadere uitwerking maar ik vind het voor nu voldoende om stil te staan bij de verbindingen tussen het rationele denken en het hardnekkig voortbestaan van talloze nacht en maan goden en godinnen. Alsof de taal van de nacht, de droom, een soort baarmoeder is van ‘het denken’, en wat Fred Alan Wolf (de schrijver van The Dreaming Universe) betreft, is dat ook zo. ‘Dreaming is the basis for consciousness’, is zijn stelling. De droomtijd van ‘native people’ verdient meer aandacht dan we er nu aan geven. Vooral de vraag of dit onderzoek zou kunnen leiden tot verheldering van de pracht en kracht van orale tradities. Maar dat veronderstelt een verstilling die we gewoonlijk associëren met allerlei vormen van meditatie en ‘mental training’, en dat ligt in onze luidruchtige tijd nog wat moeilijk.

Eerder heb ik het doel van mijn reis in de materiële sfeer vergeleken met een reis terug naar de oorsprong, met iets dat je herinnering zou kunnen noemen. Wie dat niet snapt krijgt met de Toren te maken, en met het hemelse vuur.
Nyx (nacht) was de vader van Thanatos (dood), en Nyx is fonetisch gesproken identiek aan niks, de NUL van het hoofdstuk waarmee ik de rij van Getallen opende.
Dat de vader van Nyx Chaos heette past wonderwel in de verwarring van mijn nee die een ja blijkt te zijn, van werkelijkheid die droom blijkt te zijn. De Toren herinnert aan de levensboom maar ook aan de stamboom. Bij de natuurlijke boom zien we dat het welzijn van de kroon afhankelijk is van een goede beworteling.
In genealogische studie van goden en godinnen van licht en duisternis wordt mij samenhang geboden tussen al die verschillende eigenschappen waaruit een mens bestaat. Wat inzicht betreft zou ik alle godsdienstonderwijs willen vervangen door mythologiestudie. Daarmee kunnen mijn intuïties over levens- en doodsbewustzijn gesubstantiveerd worden. Mythologie is de welgevulde provisiekast voor elke ideoloog, theoloog of moralist, maar vooral ook voor antropoloog psycholoog en psychiater. Willen we transparantie brengen naar de werken van de beschavers en profeten der mensheid dan zal dat niet lukken zonder een serieuze inventarisatie van de archetypen.in eigen- en andere culturen. Een onderzoek dat niet onderdoet voor dat van het genoom.
Als Vier, in zichzelf al een kwadraat, in zijn macht wordt verheven; zoals dat in 4 X 4 aan de orde is, dan kijk ik naar een mentale ruimte waar woord, wet, stilte en concentratie kernbegrippen blijken te zijn. Maar het gaat in 16 vooral ook om de opdracht aan de Magiër bewuster dan wel gewetensvoller te leren mengen. De macht die daarmee gewonnen wordt kan de indaling van het vuur beveiligen. De fataliteit van de inslag op de kaart verwijst naar voorbereiding die onvoldoende was. Falende concentratie die tot ondeugdelijke scheppingen leidde ontmaskert de tovenaarsleerling. Het scheppende woord brengt de scheppende stilte tot klinken in de leegte van uiterste concentratie. Of we ons funderen in hemelse of in aardse kwaliteiten is in 16 geen vraag. Het ene is op een oneindig aantal manieren verbonden met het andere. Opstijgende kundalini-krachten die gebalanceerd zijn met neerdalende mentale beheersing; dat ziet er uit als een recept voor beheersbare ontwikkeling.

In de verwarring die ja en nee, omhoog en omlaag aanrichten is het niet al te verbazingwekkend dat persoonlijkheid en individualiteit niet als tegenstellingen worden ervaren, maar ook niet als een ondeelbare eenheid. Deze waarneming gaat persoonlijkheid boven de pet, terwijl die voor de individualiteit helemaal niet bestaat. Eenheid immers kan niet anders dan rekenen met eenheid.
Door ontoereikend gebruik van de zintuigen lijkt het er op alsof we alleen maar steeds dieper in steeds keihardere materialiteit zakken, terwijl de evolutionaire stroom die ons optilt naar fusie en ondeelbaarheid nauwelijks wordt opgemerkt, of verwordt tot gezweef en gezwets.
Als stenenliefhebber kon het me niet ontgaan dat die harde onderwereld ook de verblijfplaats is van kristallen met hemelse schoonheid.
Vier is een macht. Zestien gaat over machten, en machten is de naam van een engelenschaar ‘die verantwoordelijk is voor het bewaken van de paden die naar de hemel leiden en voor het geleiden van verdwaalde zielen naar deze paden. Ze weerspiegelen het verlangen om zich tegen het kwaad te verzetten en goed te doen’ (Wikipedia).

Bekijk ik de inhoud van boulevardbladen, waar helaas steeds meer persuitingen op lijken, dan staat de opkomst, of liever de val van de ‘grote’ persoonlijkheid centraal. Geschiedenisboeken bieden eerder ruimte aan opsommingen van helden en heldendaden dan dat ze de achterliggende mythe bloot leggen. Wat de mythische traditie mij leert over de grote persoonlijkheid is dat taalmagie in de beeldvorming een dominante rol opeist. ‘Persoon’ betekent ‘masker’. ‘Held’ betekent ‘hard’, en ook ‘zoon’. Een dapper krijger zou je een harde zoon kunnen noemen. ‘Universal soldiers’ staan model voor hardheid in tal van mannelijk geachte beroepen. Dit type hijst zich gaarne in uniform of maatpak.
De oorspronkelijke waarden die we aan onze woorden toekennen kunnen bij veranderende toepassing verloren gaan waardoor we naar het ene kunnen verlangen en juist het tegenovergestelde tot manifestatie brengen. Kleine foutjes met grote gevolgen. We zijn gaan geloven dat de grote bewustzijnsprocessen van onze geschiedenis verbonden zijn met ideeën over bepantsering of het opzetten van maskers. Voor jezelf opkomen verwordt tot een eerste klap die een daalder waard is. Van Achilles tot Dutchbat; de patronen zijn onveranderlijk.
Het valt ook niet mee om uit te leggen wat het nu precies is waar we zo bang voor zijn en waarom we bepaalde uitingen of posities zo hard menen te moeten bestrijden. De zoon is een mythische held, verbonden met het kruis, en dus verbonden met mengen; en niet met verdelen of uitroeien. Het offer dat in 12 gebracht wordt volgt een stroom van beneden naar boven terwijl de mantra die het Onze Vader is de tegenstroom van boven naar beneden vertegenwoordigd.

In onze eigen tradities ontwaren we tendensen die hardheid gesublimeerd hebben tot iets begerenswaardigs. We hebben geleerd om de grote bewustzijnsprocessen in onze geschiedenis te vereenzelvigen met de stilering van maskers of de geslaagde charge van een harde zoon. Ons is ingeprent maskering en verharding in te zetten tegen de ongrijpbare spoken van de angst. De broedermoord van ZES wordt in ZESTIEN opnieuw aan ons bewustzijn aangeboden Het offer wordt niet gebracht maar opgelegd., waarmee het iets heel anders is geworden.

De Kaïn en Abel symboliek is niet makkelijk te doorgronden tenzij ik me richt op de essentie.
Kijk ik hier naar een conflict tussen een vegetarische en een vleesetende cultuur?
Het offeren van dieren - en het offer dat Jezus bracht - worden met elkaar vergeleken. Het vergieten van bloed dat zo een prominente rol kreeg in een door goden bestierd heelal; kan heel wel gezien worden als een oorlogsverklaring aan de verering van de Godin.
Het centrale thema van dualisme en tegenstelling wordt in de opstapelingen van VIERen tot extreme concentratie gebracht en projecteert aldus een tegenbeweging die die noodzakelijke concentratie op allerlei manieren tegenwerkt. Als we niet zo stellig waren in onze aanname van het realiteitsgehalte van onze ervaringen; als we in navolging van de fysica de idee van relativiteit wat meer tot expressie brachten, dan zou het gauw duidelijk zijn dat we opinies hebben aangezien voor feiten. Het huis dat ik van mijn kaarten bouw is er om de ander buiten te houden en nodigt in veel gevallen niet uit binnen te komen. Zij die welkom zijn zullen in het algemeen opinies en ambities hebben die niet te hard botsen met- of afwijken van de eigen vermeende instellingen. De beperktheid van het eigen gelijk heeft geleid tot atomisering van de samenleving die wel wat lijkt op de Babylonische spraakverwarring die ontstaat in de overmoed van dat godgegeven gelijk.
Ik begrijp dat ook dit boek bol staat van opinies die naar de aard van het beestje nog al eens veranderen. Op verschillende momenten in het schrijven van mijn verhaal bedacht ik dat een of ander idee (opinie) een geheel eigen studie verdiende, met veel meer ruimte voor de voors en tegens. Het lijkt me nuttig dat de lezer in de gaten houdt dat wanneer ik het - zeg maar - over vrouwelijke en mannelijke eigenschappen heb, ik stilzwijgend verwijs naar de balans tussen levens- en doodsbewustzijn. Dualiteit kun je ook polariteit noemen en polen kunnen verspringen, of zelfs van plaats wisselen. De keuze of de nacht het vrouwelijke representeert en de dag het mannelijke moet door elke afzonderlijke student gemaakt worden. Het scheppen van een eigen wereldbeeld is voorwaarde voor de ontwikkeling van eigen (ge)weten en verantwoordelijkheid.
Met woorden kun je alles bewijzen of elk bewijs vernietigen, er zijn dus geen grenzen aan de vrijheid naar hartelust te experimenteren. Dat de vrijheid van de een pijnlijk kan botsen met het gelijk van de ander is onvermijdelijk tenzij we in het zelfbeeld eenzelfde mate van objectiviteit nastreven als in het beeld dat we hebben van de ander.

Als het vrouwelijke gesteld wordt tegenover het mannelijke moet de één (zo werkt dat in een hiërarchisch, dualistisch systeem) dan wel de ander dominant zijn. Verschuift macht van de ene pool naar de ander dan kijken we naar een ingrijpende overgang in menselijk bewustzijn
Naijver lijkt het sleurtelwoord te zijn, de eeuwige strijd tussen conservatieven en progressieven, tussen de oude en de nieuwe orde. Soms wordt het een generatieconflict genoemd.


Al eerder keek ik naar het succes van een door vrouwen gedreven land en tuinbouw waarbij de mannelijke jacht steeds minder belangrijk werd voor de overleving van de soort. Jacht kon eenvoudig omgezet worden in veeteelt en zeker – zoals de geschiedenis laat zien - ook in krijg. Ik luister naar heroïsche jachtverhalen bij een groot open vuur waaromheen geduchte krijgers het opjagen en doden van prooi in dans uitbeeldden en daarbij als terloops ook een demonstratie van viriliteit gaven. Een andere verandering, die van brons naar ijzer, kwam de krijg zeer ten goede, en kan gezien worden als een overgang van een bestaande orde naar onrust en verandering. Een spel dat middels statische en dynamische impulsen in voortdurende dialectiek gespeeld wordt door Vrouwe Evolutie zelf. Nu de niet altijd gedocumenteerde ‘side effects van mannelijke dominantie tot ons zijn doorgedrongen zie ik de slinger weer langzaam richting de Godin kruipen.

Van Mozes is bekend dat God hem maande zijn staf op de grond te gooien waarna die in een slang veranderde. Mozes vormt samen met Aaron een dubbelbeeld, zoals dat bij Thoth en Maat ook het geval is. Aaron wordt op veel plaatsen beschreven als de broeder van Mozes. Maar als ik dieper duik zie ik dat Aaron vergeleken wordt met Abel die niet de mannelijk maar wel de vrouwelijke God dient, zoals zijn voorgeslacht dat deed. Door alle mythologie heen zien we die jaloerse strijd tussen de delen in dit dubbelbeeld. Ook in de Tarot wordt in commentaar van Crowley naar voren gebracht dat we de Geliefden wellicht Kaïn en Abel kunnen noemen ofwel ‘de gebroeders’. Op de archetypische weg die ik hier bewandel ziet het er naar uit dat mannelijke en vrouwelijke inhouden op moeten houden elkaar te domineren en door versmelting van die inhouden nieuwe waarden te scheppen die we niet alleen nodig hebben voor onze overleving maar vooral ook om de overeenkomst te zien tussen synthese enerzijds en de liefde waar de geliefden van dromen anderzijds. Zes het getal van evenwicht. De oneindige creatie van synthese wijst de weg, een weg van vereenzelviging en eenheid. De uitdrukking, ‘een adder aan (of in) de borst gekoesterd te hebben’, gaat wat mij betreft ook over de kruiperigheid van een mens die voortdurend zijn mening aanpast en aldus zijn ware aard tracht te verbergen. Maar opinies blijven opinies en vormen geen maatstaf voor welke werkelijkheid dan ook.

Koperen slangen zijn attributen van Thot en Hermes en hier dus ook Mozes. De slang die later vooral ook gezien werd als serpent en duivel. Het zijn allemaal beelden die te maken hebben met een lange traditie waarin de Maangodin centraal stond, een traditie die overrompeld werd door een transseksuele golf die vrouwelijke woorden en gebruiken bedekten met het nieuwe schrift van de mannelijke Godheid. Ook hier dus de strijd tussen mannelijke en vrouwelijke dominantie. De slang, voordat die transformeerde tot Satan, was de raadgever van de vrouw. Misschien is het te simpel hier om te constateren dat de schoonheid van flitsend metaal tot op de dag van vandaag wordt gevierd in militaire parades en een revolutionaire vervanging van natuur door cultuur. Als ik de tekenen goed lees mag ik aannemen dat we het keerpunt bereikt hebben.

Abel was net als Mozes een ‘herder’ Kaïn een landbouwer.

In oudere tijden betekende Kaïn ‘speer’, en Abel ‘ademhaling en vergankelijkheid’ Te veronderstellen dat elke oude orde zich met hand en tand verzet tegen welke vorm van nieuwlichterij dan ook lijkt me tamelijk logisch, hoe geharde terroristenbestrijders daar ook over moge denken.
In mythologische context werden Kaïn en Abel voorafgegaan door Ahriman en Ahura-Mazda, Ahriman, het boze en Ahura Mazda voor het goede. Het offer dat het lagere brengt aan het hogere is in zekere zin het verhaal van de evolutie zelf. Wij smeden onze toekomst in de metalen loop van een kanon of in de energie van een nucleaire reactor. Deze betoveringen laten ‘buurtje boompje beestje’ ver achter zich. Torens worden opgericht om onze nieuwe koers uit te zetten; een chaotisch proces waarbij het sterke en het zwakke steeds opnieuw hardhandig gedefinieerd worden. Op zich is hier niets mis mee zolang niet uit het oog verloren wordt dat de keus waar we macht en kracht concentreren, in het individu of in de groep, steeds opnieuw gemaakt moet worden. Bedenkende dat Abel ook geassocieerd wordt met het Lam dat in bepaalde kringen voor het Christusbewustzijn staat word ik bezocht door vragen als, ‘Hoe kan een en hetzelfde symbool nu staan voor het hogere bewustzijn en tegelijkertijd voor vergankelijkheid. In 4 X 4 gaat het om het gebruik van woorden en definities. In dit verband kan ik niet anders dan veronderstellen dat elke voorstelling van het hogere bewustzijn voorlopig is. Hemel en hel zijn niet minder in ontwikkeling dan bewustzijn waarin voortdurende aanpassingen en veranderingen aan de orde van de dag zijn. Als er niet genoeg souplesse zit in de torens van onze verwachtingen dan moeten we bij elk noodweer vrezen voor de ondergang van dit soort constructies. Met de bewapening van wat metaal zien we hoe er toch samenwerking mogelijk is tussen Kaïn en Abel. Het gaat hier over de wrikbaarheid van het onwrikbare De natuur heeft daar geen moeite mee en zwiept als het haar uitkomt alle gekunstelde posities in machtige stoten uit de weg. De Toren is het conflict tussen wat is en wat het volgens jou of mij zou moeten zijn.
Dat maakbaarheid toch echt een illusie is heeft in dit archetype geen advocaat nodig. De feiten spreken voor zich. Natuur en cultuur hebben nog wel het een en ander te verhapstukken met elkaar, en in elk apocalyptisch scenario worden we toch vooral herinnerd aan de (1 + 6 =) zeven die juist ook in de Bijbel plagen, Zeven staat in dienst van evolutie”, van begin en einde, de Zevende dag van de schepping en de Zeven plagen in Openbaring.

Wikpedia zegt over de Zeven:

“7; Het heilige getal bij uitstek: 3 + 4, ofwel het getal voor de drie-ene God en vier, het getal van de wereld. De vier elementen en de vier windstreken en uiteinden. De zeven scheppingsdagen. De zevenarmige kandelaar. De zeven gaven van de Geest: wijsheid, verstand, raad, sterkte, godsvrucht, wetenschap en ontzag voor God . De zeven deugden: geloof, hoop en liefde (drie goddelijke deugden) en voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte en matigheid (vier zogenaamde hoofddeugden). De zeven hoofdzonden: hoogmoed, gierigheid, nijd, onkuisheid, onmatigheid, wrevel en traagheid.

Het dierlijke (binnen en buiten de mens) staat wat onze kijk op de evolutie betreft op een hoger plan dan het minerale en vegetatieve. Ik denk dat deze hiërarchische orde onwaarachtig is en dat de constructie van zo een orde een holistischer kijk op de zaak in de weg staat. Zullen de laatsten de eersten zijn? Is de sterke man niet de zwakke schakel in ons holistisch verhaal?
Wij hebben onszelf uitgeroepen tot de kroon van de evolutie, maar misschien wordt die kroon wel gedragen door amoebe, bacterie of virus. Zolang we daar geen contact mee maken zullen we dat niet weten.
Vermoedelijk is er iets mis met mij, maar Ik houd van mineralen en gaandeweg ben ik de inhoud van het bovenbewuste als een reflectie gaan zien van de inhoud van de aarde. Wie het kristal in zichzelf ontdekt ontdekt ongekende helderheid in het waarnemingsvermogen, dan wel in de beleving van een transcenderende werkelijkheid..

Jezus, het lam Gods, kwam niet om vrede te brengen maar het zwaard. Als we de binnenwereld willen veroveren gaan we onszelf wellicht, net als sommige Indianen ‘warriors’ noemen. Onder ons zijn er ook die het de strijd voor Gods koninkrijk noemen.
Deel van de symboliek van het Christusbewustzijn bestaat uit het afzien van koningschap over de uiterlijke wereld, waar het ego met juridisch, goed doortimmerde eigendomspapieren veel synergie wegzuigt uit de noodzakelijke inspanningen in het verleden gemaakte fouten recht te zetten. Met het toenemen van de hoogte van onze bouwsels worden de gevolgen van aanslag of inslag steeds onoverzichtelijker. In de film, ‘Towering Inferno’, wordt de prestigieuze competitie van opdrachtgevers gezien als een steeds groter probleem voor brandweer en andere hulpverleningsdiensten. Ik neem aan dat de realiteiten die wij creëren een weerspiegeling zijn van een innerlijke staat van bewustzijn. Als opvoeding en onderwijs geen basis leggen voor een meer introspectieve ontwikkeling, geen weg aanleggen die de bovenbewuste gebieden toegankelijk maken, dan faalt die opvoeding en moeten we ons behelpen met zeer beperkte en vaak zeer agressieve zelfbeelden.

Af te zien van iets dat we niet bezitten, en ook niet kunnen bezitten, is een lastig verhaal voor kolonisten, voorstanders van intellectueel eigendom, of voor allianties die zijn ‘opgericht’ om de belangen van de succesvollen veilig te stellen.
Dat gaat vooral ook op als het over de toegang gaat tot fossiele en minerale bronnen.
Als ik Zeven associeer met ‘de dief’ (zie de 7 in de Zwaardenserie) heb ik het over een mentale toestand die het ego boven alles stelt en zeker geen boodschap heeft aan het algemeen belang. Een belang dat dwars door alle schepping heenloopt en eigenlijk alleen begrepen kan worden binnen het holistische denken waarin alles met alles verbonden is en niets kan bestaan zonder het geheel. Bouwers moeten met hun sterkteberekeningen bekijken wat de draagkracht is van elke laag in relatie tot hetgeen daar nog bovenop moet komen. Als de torens vallen zijn de koningen die de opdrachten gaven voor hun verwezenlijking in de regel al lang dood. Zelfs in de moderne tijd waarin alles steeds sneller gaat komt het voor dat opdrachtgevers hun scheppingen niet overleven. De architect of de bouwer zit daar niet mee. De volgende koning zal een gebouw willen neerzetten dat toch weer net even hoger is dan die van zijn voorgangers.
Hoe de rollen ook ingevuld worden, feit is dat erfrecht niet hetzelfde is als de wijsheid van individuele waterdruppels die voortkomen uit de wereldzeeën en daar vervolgens weer in terugkeren. De winsten van het verleden zijn nodig om de ellende van het verleden mee op te ruimen en leergangen op te zetten die toekomstige bouwfoutjes kunnen voorkomen. Bedenkende dat de onderwereld substantieel onderdeel uitmaakt van onze piramidale dromen durf ik daar niet al te optimistisch over te zijn. Niet voor niets wordt de bouwwereld veelvuldig te innige verbondenheid met de geest van de maffia verweten.
Kaïn was de eerstgeborene en gunde zijn jongere broer het licht niet in de ogen.
Abel stond dichter bij het dier dan Kaïn. God’s welbehagen in datgene wat wij nu juist zo weerstaan, onze dierlijke afkomst, heeft niet alleen Kaïn in conflict gebracht met de leringen van de dierenriem en al die fabelachtige wijsheid die de op de bron gerichte primitief doorgaf aan volgende generaties. Slim als een vos, sterk als een beer, hongerig als een wolf, kraaien als een haan enz.

Op het moment dat ik dit schrijf wordt de roep om de aarde te sparen voor ons nageslacht steeds luider. Tegelijkertijd neemt het historisch besef af. Wie dat laatste ‘een recept voor onheil’ noemt zou wel eens gelijk kunnen hebben.
Wat ik niet van plan was mee te nemen in mijn beoordeling van de mythische hutspot rond dit archetype is het gerucht dat het motief voor de broedermoord vooral in de vrouwen van die twee gezocht moet worden. Maar ik kon de verleiding niet weerstaan.
De ene zou mooier zijn geweest dan de andere en dat kon Kaïn niet over zijn kant laten gaan..
Hoe ook, wel is duidelijk dat je welhaast een mythologisch archeoloog moet zijn om al die lagen van interpretatie nog te kunnen verbinden met de eigen ontwikkeling. Het beeld van de werkelijkheid is, net als de Toren, gelaagd. In het geduldig blootleggen van die lagen krijgt dat beeld wat meer substantie en komen nieuwe mogelijkheden beschikbaar voor de beoordeling van problemen die te maken hebben met de eenzijdigheid in keuze voor deze of gene laag, met uitsluiting van bewustzijn van al die andere lagen.
Een voorbeeld is de geneeskunde die alsmaar speurt naar methoden om de grens tussen dood en leven op te schuiven, richting onsterfelijkheid, terwijl evolutie juist gebaat is bij generatiewisseling en trial and error. Ik neem aan dat onsterfelijkheid een concept is dat we vooral op de geest toe horen te passen. Lukt dat, dan kunnen we altijd nog zien wat dat betekent voor onze ontwikkeling in de materiële sfeer.

Hiermee kom ik weer uit bij dat beeld van identiteit. Natuurlijk ben je geen boekhouder, dokter of prostituee. Je bent een mens met talloze mogelijkheden waarvan er in de regel slechts een is ontwikkeld. Dat is dan mijn bolwerk, mijn piek. Ik heb heel wat horoscopen bekeken op de bezetting van de vier elementen. Het werd me duidelijk dat deze eenzijdigheid reeds in de geboortehoroscoop ligt verankerd. De spectaculaire inslag op kaart 16 kan opgevat worden als een signaal. Veelzijdigheid komt niet zonder inzicht in de Status Quo, een inzicht dat tot stand komt onder druk van innerlijke, archetypische noodzaak. Uiteindelijk moeten we worden wat we zijn en niet wat we aangenomen hebben te zijn, of wat welke omstandigheden dan ook ons voorspiegelde te zijn..
Al of niet bewust bestaan er verwachtingen over een leven dat niet ophoudt bij de dood en over de eenheid van alle dingen. In die veel grotere ruimte blijken nederlagen juist vaak triomfen te zijn, omdat ze verbinding tot stand brachten tussen rationaliteit en gevoel, tussen lucht en water. De pijn van het lijden is geen vergeefse exercitie. In die vuurzee zijn al heel wat beperkende egobeelden verdampt.

De uitdaging hier voor de verbeelding is enorm. Stel, ik ben een druppel in een oneindige oceaan. Dat zou betekenen dat ik met elke andere druppel ooit wel eens in contact ben geweest. Dat zou betekenen dat bij toename van bewustzijn er herinnering moet ontstaan aan alles dat zich in die wereldzee heeft afgespeeld. Dit soort bewustzijn wordt Akasha genoemd, maar staat zoals eerder geconstateerd.bekend onder vele andere namen.
Omdat tijd geen rol speelt in de eeuwigheid strekt deze herinnering zich niet alleen maar uit tot het verleden maar omvat ook wat wij de toekomst noemen. Stel je dat maar eens voor en duizelingen zijn je deel. Bewustzijnverruimende middelen hebben mij op het idee gebracht dat dit soort duizelingen niet alleen associëren met hoogtevrees maar ook met de grenzeloze ervaring van eenheid zoals we ons die in een holistisch bewustzijn voorstellen. Het is opmerkelijk te constateren hoe dol kinderen zijn op de duizelingen die kermis en pretpark bieden.

Hoge torens bieden weidse uitzichten.
Het bereiken van een meer omvattende visie luidt het einde in van ego-elementen die vereenzelviging met grotere concepten in de weg zitten. De intuïtie dat het offeren van ego aangenomen zal worden door juist de ruimte waarin de hogere verwachtingen huisvesting vinden, heeft ontelbaren geleerd om bij het woord ‘verlossing’ omhoog te kijken, of liever: ‘Het gevoel te verbinden met de grote leegte die we ervaren als ons hemelgewelf. Wie daar een oefenruimte ziet voor persoonlijke ontwikkeling moet bedacht zijn op verschijnselen die met hoogte en hoogtevrees samenhangen. Duizelingen, net als ademnood, kunnen verward worden met mystiekerige staten van zijn. Duizelingen kunnen flauwtes aankondigen die je op die hoogte beter kunt vermijden. Of je moet een getrainde derwisj of sjamaan zijn waar het innerlijk oog geopend is en kennis is verzameld die veiligheid moet bieden wanneer studenten zoals ik zelf de innerlijke spin beginnen te ontdekken.

De hoge bomen die blootstaan aan veel wind doen me denken aan hoge bliksemafleiders.
In beide gevallen zijn goede worteling, fundering of aarding aan te bevelen.
Dat het menselijk fundament gezocht kan worden in onze dierlijke, emotionele natuur is wat oude fabeldichters voor ogen hadden.
Solidariteit met die laag gaf levensruimte aan de Partij voor de Dieren. Hoe serieus deze partij al of niet genomen moet worden is minder belangrijk. Het feit dat ze bestaat is een symbool voor de urgentie onze basis te herontdekken. Zou ik mij net zo gedachteloos kunnen ontspannen als mijn poes dan zou ik zelfs niet meer bevreesd hoeven te zijn voor eerdergenoemd verlies van mijn overdreven egocentrisme. Dit offer was geen offer maar een geschenk aan mijn innerlijke noodzaak harmonie te bewerkstelligen in de verticale kolom die veelvuldig wordt geassocieerd met de innerlijke opstapeling van (1 + 6 = 7) chakra’s; terwijl de bliksem staat voor bewustzijnsstromen die voor de onvoorbereide letterlijk dodelijk kunnen zijn maar voor de toegewijde leerling de bevrijding door kundalini representeert. De gedachte dat het licht van boven gebruikt kan worden om de innerlijke duisternis te bestrijden is hier richtinggevend. Op dat principe zijn heel veel gebeden, mantra’s en meditaties gebaseerd. Verbindingen maken en eenheid creëren, eenheid die een helder, nieuw licht werpt op veelheid; dat is de essentie van mijn symbolische ommegang.

Dat is ook het doel van de kabbalist. De levensboom te doorgronden en de energiestromen die de verschillende sferen verbinden tot bewustzijn brengen. Google verwijst naar de dubbelzinnigheid van bliksem die als hemelse slang naar de duivel (Lucifer) verwijst maar waarvan ook gezegd wordt: ‘Estrusken en Romeinen zagen het betekenis geven aan de bliksem – bliksemschouw of brontoscopie (Gr. bronté, donder) – als een hulpmiddel bij de uitleg van een orakel’. De bliksem met een Aha-erlebnis te vergelijken is zo gek nog niet. Want ook gevonden in Google: ‘de bliksem is de geboorte van het licht en bezit de kracht te transformeren’.
De bliksem als voorbeeld te gebruiken voor de werking van kundalini geeft wat meer tastbaarheid aan symbolen die naar de aard van hun dubbelzinnigheid ons juist ook kunnen vervreemden van de ‘glory road’ die we zoeken te bewandelen.

Het verhaal van Kaïn en Abel gaat over de spanning tussen verschillende staten van bewustzijn en sinds de dagen van Genesis zie ik weinig verandering in de uitdaging te begrijpen waarom gekozen wordt voor het dierlijke- boven het minerale en vegetatieve bestaan.
Vanuit het aardse perspectief willen we dat wat we denken te zijn tot ontwikkeling te brengen. Vanuit de Geest zijn we bereid alle aannames over dat zijn te offeren en ons met huid en haar over te leveren aan de EENHEID. Want de Toren als uitroepteken in het landschap kijkt ver over de grenzen van onze normale visie waarbij geconstateerd moet worden dat die grenzen een nogal virtueel karakter hebben. Als kind verwachte ik bij mijn eerste grensoverschrijding een lijn in de aarde aan te treffen, net als in mijn schoolatlas, en dat ik bij overschrijding ook een andere kleur aarde te zien zou krijgen. Niet dus!

Het landschap liep gewoon door, dennenbomen waren ook aan de andere kant dennenbomen.
Wellicht de eerste concrete demonstratie van het zo binnen zo buiten verhaal.
Identiteit leek slechts kenbaar te zijn in termen van kontrast. Het gras aan de overkant leek groener. Maar ik hoefde de theorie alleen maar te toetsen aan de ‘werkelijkheid’ om te ervaren dat het identieke in identiteit een veel grotere rol speelt dan de scepsis die ik steeds tegenkom wanneer ik me richt op de EENHEID in de wereld. Relatie wil altijd beginnen in de relatie met het eigene, het zelf. Daar wordt het fundament voor EENHEID gelegd.

Talent, een innerlijk fenomeen, wil zich nog al eens beschikbaar maken voor een ruil tegen klinkende munt, een uiterlijk fenomeen. Zonder talent, zonder klinkende munt kun je de top wel vergeten. Maar waar het klinken ophoudt begint de stilte, zoals het steeds stiller wordt wanneer we het dal verlaten en steeds hoger stijgen. En of het nu de race is om de rijkste man ooit te zijn, of je bent de mysticus die God op de hoogste troon situeert, het is die toenemende stilte die, net als alle concentratie, een verandering, een grensoverschrijding, voorbereidt. Opperste stilte wordt toegeschreven aan de dood, symbool van een bewustzijnsstaat waar EENHEID ervaren kan worden, eenheid en een stoet van aandoeningen die we in het dal niet kennen. Dood bleek een offer te zijn waar eng bewustzijn plaats maakt voor verruimd bewustzijn, zoals we van grote hoogte een veel groter gebied kunnen overzien.
(Google) ‘Wanneer je niets te zeggen hebt, zeg je dit door te zwijgen, daardoor kunnen andere dingen spreken’.
Kan ik er geen hoogte van krijgen, dat overkomt me regelmatig, dan zal voeling met de transcenderende werkelijkheid ook uitblijven. Het met de grond gelijk maken van mijn ingebeelde groei of vooruitgang beschouw ik daarom als een genadestroom die mij gestadig duwt in een richting waar woorden ingewisseld worden voor ervaringen. Ervaringen die ik dan toch weer in woorden wil vatten. En zo groeit de boom hoe langer hoe dikker, en hoger! We leven in een expanderend heelal; wie daar tegen in gaat is een dwaas. Groei en vooruitgang zijn de norm. Echter, gezien de kwaliteiten van Nul valt er, dat toont onze werkelijkheid elke dag opnieuw, met dwaasheid goed te leven.
Denkende aan dwaasheid stuit ik op de gedachte dat het veel voorkomende excuus, als zou een mens alleen niet veel tot stand kunnen brengen, vooral wordt aangevoerd om de ontwikkeling van de innerlijke talenten uit te stellen.

De ketenen van de Duivel zijn in 16 onzichtbaar gemaakt, althans vervangen door een autootje voor de deur en een niet altijd even gezonde boterham met tevredenheid achter de deur. We kunnen het er van doen. Wat we verkwanseld hebben is onze vrijheid om in de richting te groeien die gevoel ons voorhoudt. Wat dat betreft kunnen we nog wel wat leren van bloemen die zich altijd automatisch op de zon richten.
Dat de veggie burger (Kaïn) het steeds weer aflegt tegen de hamburger (Abel) kent een mythologische verankering waar obesitasdeskundigen wellicht wat kunnen leren. Dat we onze zaden en groenten begeerlijker zouden vinden wanneer we de eigen dierlijke natuur herkenden en wisten te waarderen, is – behalve in tantra en oude vormen van geneeskunst – een nog niet ingenomen standpunt. Wij staan immers boven die dierlijke natuur. Wij staan boven de natuur ‘full stop’, en de rekening die ons voor die arrogantie gepresenteerd wordt is monsterlijk.
Kom je er niet uit bedenk dan dat de alomtegenwoordige paradox nu eenmaal wil dat kiezen een of-of verhaal creëert, terwijl we op zoek zijn naar een en-en verhaal. In 14 ging het om de maat, in 15 om mateloze begeerte. Zou het in 16 dan niet om disciplines gaan die hoogte in diepte ervaart, maat in mateloosheid, spraak in stilte - en dus ook de vegetatieve staat in onze vliegerige- en op hol geslagen beestachtigheid.
We zijn wat we eten maar verlichting komt niet door het mondje. Wie hier brood van kan bakken mag van mij de hoogste zeepkist beklimmen en mijn ziel verheffen. Hyde Park here we come!

4 X 4 is het toppunt van berekening en materialisme.We incarneren in materie maar mogen van die materie geen gouden kalf maken. De bedoeling is dat we die materiele kant van ons zijn tot transformatie brengen, maar over de manier waarop dat gebeuren moet bestaat geen eenduidige formule. Een vijandige houding ten opzichte van seks vormt geen bewijs van deugdelijkheid. Maar voor zover seks een fysieke kant heeft zal het die kant zijn die in de transformatie deelt.
Ons talent wil gewoonlijk beloond worden met klinkende munt. Om een succesvol zakenman te zijn kan het effectiever lijken om onvruchtbaar gebazel over talenten en gevoel uit je hoofd te zetten. Handigheid, slimheid en meedogenloosheid zijn de attributen van de persoonlijkheid om te triomferen over Geliefden die het te druk hebben met de emotionele problemen van een weinig-creatief bestaan.
Zes (Y) is het dubbelbeeld van de geestelijke wereld die de materiele wereld doordringt en de materiele wereld die verlichting zoekt in de geestelijke wereld, symbolisch voorgesteld als de zespuntige ster van David.. Dank zij de nazi’s is dit symbool nu ook verbonden met de vernietiging van hetgeen door een of andere psychopaat als inferieur wordt beschouwd. Het is ook makkelijker om andermans staat van bewustzijn te ondermijnen en vernietigen dan de eigen staat.
Ik maakte voor het eerst kennis met mijn diepere zelf in VIJF. Van de Geliefden verwachtte ik opname in dat diepere (hogere) zelf.
In 16 (een 7) heb ik van de hoogte een doel gemaakt, en erger nog…, heb ik het begrip ‘hoogte’ verward met het bet begrip ‘meer’. Altijd maar meer. En als je eenmaal op die weg zit, waarom niet ‘alles’?
In 14 heeft de Magiër zich leren concentreren op zijn doel. In 15 heeft hij dat doel gelokaliseerd en er een ideologie van gemaakt Je haalt er uit wat er in zit, maar wat het precies is dat er in zit is niet altijd even duidelijk. Vandaar de ruime werkgelegenheid voor spindokters in reclame en propaganda. Draaien, altijd maar draaien; in de politiek schijnt dat een zonde te zijn, in de ethiek is het aanpassing aan veranderende omstandigheden. Opportunisme is bijna de norm.
In 15 leerden we de (paradoxale) geest der verschijnselen op te roepen en naar onze hand te zetten. Heb ik in deze kwaliteiten bevrediging en groei gezocht dan kan in 16 het conflict tussen geest en beest uitgroeien tot afmetingen waarmee ik in de ‘werkelijkheid’ zo vertrouwd ben geraakt. Hoe gaarne worden de tegenstellingen tussen macht en machteloosheid of kennis en onwetendheid niet door wat ‘fatcats’ met hand en tand in stand gehouden en constitutioneel gelegaliseerd. En zo werd ook eigendom (intellectueel en materieel) heilig verklaard.
Vooral ook met de opkomst van Internet worden waarheid en leugen, recht en krom zo verstrengeld dat geen mens meer ziet waar recht nu precies verbogen werd tot onrecht. Vroeger kocht je een boek of CD, nu kun je het gewoon stelen.

Het 16de Arcanum wordt ook wel met oorlog geassocieerd. De grootheid van de een daagt de grootheid van een ander uit. De kleine oorlog van de Geliefden, waarin partners elkaar als projectiescherm gebruiken voor eigen, minder bevredigende eigenschappen, groeit in 16 uit tot een permanente staat van strijd tussen volken en naties. In die richting gaat ook de definitie die Koenen geeft voor het woord ‘oorlog’. Ik denk niet dat welke definitie dan ook recht doet aan het feit dat oorlog toch vooral een blootlegging is van de meest bestiale, verdrongen kanten van de menselijke conditie. We zoeken de hoogte maar zien de hoge schuld die we ten opzichte van eigen geweten hebben opgebouwd over het hoofd.
Schuldgevoel dat niet erkend wordt kan uitgroeien tot een allesvernietigende deus ex machina die niet alleen aan het boze maar ook aan het goede een einde moet maken. De laatste noemen we, ‘collaterale schade’. Van Hitler wordt wel gezegd dat hij een Peter Pan figuur was, een jongetje dat niet op wilde groeien maar wel torenhoge ambities had. Een jongetje dat eigen minderwaardigheidscomplexen en angsten projecteerde op zijn omgeving, niet in staat in te zien dat de strijd met Hook niet buiten maar van binnen gevoerd moet worden.
Oorlog en conflict zijn de effecten van een bewustzijn dat op dualiteit is gebaseerd. De onwilligheid van het bewuste om onbewuste inhouden toe te laten omdat het beeld dat we van onszelf meedragen vooral niet aangetast mag worden.
Angsten zijn vertekenende en vertekende schaduwen. Verkramping sluit de (vaak existentiële) angsten uit, en eenmaal buiten worden ze gedefinieerd als ‘de vijandigheid van de ander’. 


Uit het gezegde dat de eerste klap een daalder waard is begrijp ik dat onze defensieve instellingen moeilijk zijn te onderscheiden van onze meest agressieve aanvalswapens. Het bezit van massavernietigingmiddelen wordt dan zo maar onze beste bescherming.
Angst, begeerte, naijver, wedloop en competitie zijn drijvende krachten in ons beeld van de ‘werkelijkheid’. Dat dat beeld verbrijzeld kan en moet worden reist als een innerlijke onrust levenslang met ons mee. Dat vernietiging zo op zelfvernietiging is gaan lijken doet ons (hoop ik) terugdeinzen.

Als de angst regeert in een wereld die competitie als de aanjager van al het goede (lees: ‘vooruitgang’) beschouwt, zullen oorlog en strijd nog wel even bij ons blijven. Massamoord, verkrachting, kindermishandeling en giga-vandalisme zetten luister bij aan onze oorlogstaferelen, maar helaas ook aan wat we vredestijd noemen. Een zeer gewapende vrede, vrees ik.

In een stuk dat ‘Oorlog is illegaal’ heet vond ik: ‘Volgens het ecologisch instituut van de VN zou slechts een klein gedeelte van het defensiebudget wereldwijd ervoor zorgen dat alle mensen toegang hebben tot schoon water, voldoende voedsel en medische verzorging’.

In (1 + 6 =) Zeven werd de bepantsering een (evolutionair) overlevingsmechanisme maar zien we onszelf beroofd van een puur spiegelbeeld. We zien niet het gezicht maar het masker. We zien lichaam maar geen geest.
Oorlog is geen middel om de bevolkingsdruk draaglijker te maken en lost ook de conflicten niet op die we in wezen met onszelf hebben, en waarin grootheidswaan, dominantie en een autistische instelling onze kwetsbaarheid en wederzijdse afhankelijkheid onzichtbaar moeten maken. Want de vijand kan zich immers aan elk vertoon van zwakte versterken.
In Zeven worden pantser, masker en persoonlijkheid op één hoop gegooid. Onder het huidige verlicht wetenschappelijke regime weten we niet zo veel meer over de magie van ons lichaam. Als we wisten wat we om zeep helpen en hoe onwetendheid onze vrede en geluk opbreekt zouden we waarschijnlijk voorzichtiger omgaan met die doorgedraaide behoefte aan veiligheid, zonder ook maar iets te doen om de wereld werkelijk wat veiliger te maken. De vijanden van vandaag zijn in veel gevallen vooral te duchten omdat we ze zo torenhoog bewapend hebben.
Onderzoek naar subtielere vormen van conflictbeheersing - een hogere trede op de eigen biologisch, evolutionaire ladder - is wereldwijd een nog altijd marginaal gebeuren. De noodzaak om onze neurosen, angsten en psychosen onder ogen te zien en in verband te brengen met de wereld die we met z’n allen hebben gecreëerd behoort tot onze meest schrijnende achterstalligheden. Ook hier geldt dat het niet meevalt de hand die je voedt of een of andere status quo vanuit eigen geweten te weerstaan.

Als wetenschap en onderwijs in toenemende mate dienstbaar moeten zijn aan staathuishoudkundige en groot industriële belangen dan moet ik elders kijken om aanknopingspunten te vinden voor een alternatieve benadering. Het is heel knap om buskruit uit te vinden. Als we de berg niet kunnen verzetten dan kunnen we hem nu in elk geval een kopje kleiner maken.

(4 x 4 = 16) is de belichaming van het collectieve.
(1 + 6 = 7) is de belichaming van het individuele.
Wie eenmaal door heeft dat er geen verschil is tussen algemeen- en persoonlijk belang speelt veel energie vrij; energie die voorheen ging zitten in fanatiek onderhoud van de verschillen, een guerrilla zonder einde.
Identificatie met een kosmischer IK beschouw ik als een verhoogde staat van bewustzijn, en dus als een noodzakelijke stap in de richting van een beschaafder wereld. I, uitgesproken als Eye, is volgens Jack Tresidder (X Y Z van de Symbolen), niet alleen symbool voor alziendheid maar ook voor de eenheid van de kosmos.

Methode en gedragscodes in wetenschap, maar ook in management en politiek leggen grotendeels de collectieve structuren vast. Maar de manier waarop van individu tot individu vorm wordt gegeven aan de innerlijk ervaren collectieve druk is allesbehalve uniform. Het competitiebeginsel alleen al is een aanjager van individuele experimenten en verschillen. De een blijft lekker zitten waar hij zit, een ander laat zich opjagen en noemt dat ambitie. Dat we ambitie vervolgens herkennen als toch weer een collectieve reactie, toont aan hoe dubbelzinnig we zijn en hoe het balletje heen en weer vliegt tussen statische en dynamische kwaliteit, tussen individualiteit en collectiviteit. Het toont ook aan dat niemand helemaal kan ontsnappen aan het feit dat we dit of dat zijn. De logische stap dan is om aan te nemen dat de protagonist en de antagonist even waarachtig zijn, of net zo onwaarachtig. Zonder een wat vollediger overzicht van de tegenstellingen komen we daar niet uit. Hoe kun je nu goed zijn in slechtheid en slecht in goedheid? De inzichten die ik zoek denk ik alleen te kunnen vinden door ‘het totem en taboe verhaal’ te begrijpen tegen de achtergrond van de drift om als individu of als groep te overleven, een evolutionair patroon waarin de delen (het ja en het nee), orde genereren die chaos baart. Chaos die op zijn beurt een hogere orde wordt genoemd die we nog niet kunnen bevatten.
In het wapenarsenaal komen we ook het tweesnijdende zwaard van Damocles tegen.
Als we dat wat ons boven het hoofd hangt niet willen kennen dan zie ik niet hoe we de dreiging van dit dodelijk tuig moeten weerstaan. Wie veel heeft heeft veel te verliezen en de angst daarvoor heeft ons geleerd beter voor onszelf te zorgen dan goed is voor het geheel.
Denkende aan hogere energieën - denk maar aan liefde - die, net als geloof, bergen kan verzetten. Maar hoe meet je dat, liefde of geloof; en ontlenen dit soort zaken niet slechts betekenis binnen een steeds veranderende, individuele context.Niets veranderlijker dan de mode, wordt gezegd, ook al zo een kanon dat op mij gericht is.

De hogere energieën faciliteren en reflecteren individuele ontwikkeling, die door menig despoot als een bedreiging wordt ervaren. En de grootste despoot zijn we vermoedelijk zelf. Denk alleen maar aan alle zelfcensuur, aan alle compromissen, gewoontes en hypocrisie. We leggen onszelf heel wat op, maar met het zoeken naar een harmonieuze menging van wezensdelen heeft het allemaal weinig te maken. Maar OK, als we onze torens op die manier bouwen moeten er wel instortingen volgen.

Samenwerking?

Nu en dan loop ik tegen de klacht op: ‘Hadden we maar beter samengewerkt dan zou ons dit of dat hoogstwaarschijnlijk niet zijn overkomen’. Samenwerking gaat over de inbreng van allerlei talenten en temperamenten die in functionele (collectieve) combinaties meerwaarde doen ontstaan. Hogere energieën die net als in de 4 elementen met elkaar in evenwicht moeten worden gebracht. Met elkaar maar ook met de zogenaamde lagere energieën. Laagte ontstond immers door vanuit de hoogte naar beneden te kijken.

We scheppen wat we zijn; een zijn dat meebeweegt met onze ontwikkeling. We zouden geen toren bouwen als die toren niet ook verheldering bood in wat we de realiteit noemen. Noem het een bovenpersoonlijk standpunt.
Misschien lijden we aan trots, ambitie, angst, of aan onvermogen om wat bewuster, een wat humaner standpunt in te nemen. Het verlangen naar de onaangetaste kwaliteit van het kosmische hemelgewelf dwingt ons de mogelijkheid van transformatie in gedachten te houden. Blindheid zoekt genezing. Hoe meer we ons opsluiten in de materie hoe groter de druk wordt om te zien wat die opsluiting doet.

Onze hoogste punten hebben (dramatisch) aan hoogte gewonnen nu we uitkijkposten als raketten buiten de dampkring brengen om de helderheid van onze waarnemingen en aandacht op een hoger plan te brengen. Zo zeer zelfs dat in het volgende Grote Arcanum ‘de Ster’ naar voren wordt geschoven. De Toren zet aan tot exploratie maar ook tot stergedrag. Ik hoorde bestuurders zeggen: ‘We moeten af van die zesjescultuur. De noodzaak authentiek en uniek te zijn groeit ons wel eens over het hoofd.
Een hoog IQ, een hoge positie, een hoogstandje in sport en seks; wie wil en kan ontkennen dat een laag banksaldo minder aantrekkelijk is dan een hoog saldo? Maar toch, in de sociologie van het geluk wordt opgemerkt dat het niet de absolute hoogte is van zo een saldo dat gelukkig maakt. Zolang het maar hoger is dan dat van de buren. Dat brengt het gezochte geluk. Relatie blijkt toch hoger te scoren dan bezit, en dat geeft hoop.

Dat wat van boven komt. Helaas, ook onderwijs en de politieke aansturing ervan lijdt aan blindheid. Opvoeding gaat toch in de eerste plaats om het tot stand brengen van harmonie tussen geest en lichaam. Een gezonde geest in een gezond lichaam. Maar wat is geest en wat is lichaam? Ondanks duizenden jaren filosofie en introspectie zien we het nog steeds niet. Maar toch, geluk ontfutsel je niet, dat is iets dat je deelt en waarin je samenwerkt. Als hebberigheid of dominantie daar aandeel in mogen hebben dan kijk ik denk ik aan tegen een zeer beperkte visie op aarde die ons allemaal draagt en hemel die ons voortdurend aan onze aspiraties herinnert.
Als het leven van een mens in de eerste plaats een leerproces is, dan begrijp ik dat in tijden van financiële en economische crisis de roep om beter onderwijs luid wordt geuit. Geest wil worden toegelaten tot de slagvelden die competitie altijd weer creëert. De winnaars houden te weinig rekening met de kans dat de verliezers hun verlies niet pikken. We gunnen de buurman zijn hogere saldo niet en creëren burentoestanden waar rijdende rechters niet meer tegen op kunnen rijden.

Koppie, koppie, zeggen we wanneer we bewondering uiten voor een goedwerkend verstand.
IQ testen, schoolonderzoeken en examens openen of sluiten deuren naar de begeerde top. Van het begin af aan wordt vrijwel alle aandacht gericht op het cerebrale, het rationele, het kwantitatieve, waarbij in hoofdzaak het Cartesiaanse dualistische denkmodel wordt gevolgd.
De knapste kop wint de pot, maar het beeldend vermogen heeft klappen opgelopen. Dat wat nooit aan ons werd voorgesteld kunnen we ons vervolgens moeilijk of niet voorstellen. We krijgen in onze opvoedingsmodellen te weinig ruimte voor onderzoek naar het ZIJN, naar het ZELF, naar RELATIE en naar EENHEID. Want als het waar is dat veranderingen van onderen komen dan moet die onderkant zichtbaar worden gemaakt. Komen we daar niet aan toe dan zullen de hobbyisten ideologieën op ons doen neerdalen die telkens weer uitmonden in chaos, geweld en destructie. Alles groeit omhoog, behalve de wortels. Het onderzoek naar wat en wie we nu eigenlijk zijn is een introspectie zonder maat of eind.

Piekende welvaart, gebouwd op de diepste armoede. Dat is het criminele model dat we onderhouden en verdedigen.Maar achterstand in het voorstellingsvermogen leidt tot het ontstaan en instandhouden van een wereld die mensenrechten centraal heet te stellen en die rechten vervolgens op allerlei manieren schendt en laat schenden. Ik weet niet wat de lezer daarvan vindt, ik noem het, ‘schizofrenie’.

Dat de Toren vooral naar het mentale gebied verwijst vind ik terug in de uitdrukking: ‘geen hoogte krijgen van’. De veranderlijkheid en winderigheid van dit element creëert instabiliteit
De toestand die we kennen als, ‘Himmelhoch jauchzend, zum tode betruebt’ biedt weinig evenwichtigheid en onderstreept ondanks de stoere uitstraling van torens, de wankelmoedigheid van de mentale ruimte..
De wisselingen tussen onderspanning (depressie en geestelijke uitputting) en overspanning (roes en geestvervoering) komen overeen met de eigenschappen van magneten, namelijk ‘aantrekken en afstoten’. In chaos is oriëntatie een eerste levensbehoefte, en dar vind ik in de naald van een kompas. Ik ben op zoek naar die geheimzinnige kracht die we liefde noemen, een geweldige aantrekkingskracht.
Opstapeling van waarden in de vorm van een piramide, de voorloper van de toren, waar de bovenste stenen het zeldzaamst, het meest begeerd zijn, terwijl de ware schatten toch eigenlijk diep verborgen zijn in onderaardse gangen en gewelven.
Eenzaam aan de top, overbevolkt aan de basis. Het is alsof we onze waarde afmeten aan de plek die we veroverd hebben in een of andere hiërarchie. Dat maakt de idee van eigenwaarde wel erg afhankelijk van een positie die ik eerder als een rol heb gedefinieerd, de groef van een grammofoon. Als we maar vaak genoeg herhalen dat we dit of dat zijn gaan we het op een goed moment ook echt geloven. En toch, me te vereenzelvigen met de hele piramide vergt in wezen niet meer energie dan de vereenzelviging met dat ene laagje waarmee ik me identificeer.

Ik kan niet ontkomen aan de vergelijking van spoelen die magneetkrachten opwekken met aantrekking en afstoting zoals die ervaren worden door een mens op zijn tocht van geboorte naar dood. Totem en taboe onderbouwen onze voor- en afkeuren, onze hoop en onze angsten.
Koperen wikkelingen zijn essentiële componenten in de opwekking en distributie van elektriciteit. Koper staat symbolisch voor onwankelbaarheid, een eigenschap die ook wel bij de toren past. We zeggen, ‘tijd is geld’. Maar dat zou natuurlijk, ‘energie’ is geld moeten zijn. En kijkende naar de geschiedenis van oorlogen in het tijdperk van compulsief gebruik van fossiele brandstoffen, wordt snel duidelijk dat die vrijwel altijd gingen over toegang en controle van energiebronnen. Het lezen van de Lanny Budd cyclus van Upton Sinclair bestaat niet alleen uit- maar spreekt ook boekdelen.
Slang of wikkeling; de verwijzing naar de omstandigheid dat we ons in bochten wringen om de toegang tot energie te behouden of te versterken blijft zich aan mij opdringen.
Transformatoren kunnen torenachtige gedaanten aannemen en de masten waaraan hoogspanningskabels worden opgehangen voegen toe aan de verbanden die ik hier zoek.
Als het IK als een opgerichte fallus moet leren zijn keuzes te maken overeenkomstig het innerlijk geweten dan krijgen we met spanningen te maken De rollen die het ego ontwerpt, hoe verderfelijk die soms ook lijken, dienen een groter doel. Het taboe op begeerte maakt geen einde aan verlangen en ambitie. We zijn ongehoorzaam en ondeugend. Lieten we ons intimideren door dit soort taboes dan zouden we geen grenzen meer overschrijden, dan zou er geen ontwikkeling meer mogelijk zijn. We investeren en ontlenen massa’s energie aan de zelfbeelden die we ontwierpen; andersom kosten sommige van die beelden veel energie. Als je marihuana verbiedt maak je wereldwijd ruimte voor honderdduizenden opsporingsambtenaren en een evenredig aantal criminelen die in het verbod een godsgeschenk zien. Hoe meer je criminaliseert hoe meer criminaliteit er zal zijn.
Verhef de winning van duurzame energie tot een supertotem en er worden miljoenen banen geschapen met als bonus, meer toekomstkansen voor de mensheid. Omdat te zien heb ik geen torenhoge uitkijkmogelijkheid nodig.
In de Toren is het verleidelijk om de top de schuld te geven van deze en andere misstanden. Maar de top wordt gedragen door massa’s stenen en vele bouwlagen zoals een markt onderhouden wordt door miljarden individuen die de rol van consument op zich hebben genomen.
Dat de Toren verbinding zoekt met geweten kan afgeleid worden uit gedenknaalden en andere hoge structuren die ons oproepen veldslagen, overwinning en verlies, te gedenken De vorm van de Toren komt ook overeen met de manier waarop het getal EEN ( l ) geschreven wordt. Daarin zit een eenzijdigheid die ons blind maakt voor het Collectieve IK waar het kleine IK naar verwijst. Egocentrisme staat universalisme in de weg. De overgang van de rol van burger naar die van consument, lijkt me geen stap voorwaarts. Een burger woon in een door burchten versterkte stad, en in die stad liggen zijn belangen. Een consument dient uiteindelijk alleen nog het eigen belang. Competitie is een consumptiegedreven verschijnsel. Bevordering van deze ontwortelde markttoestand doet de mensheid als geheel onderling aan empathie inboeten waardoor individuen en groepen tegenover elkaar komen te staan in plaats van naast elkaar. Daar is het Grote IK niet mee gediend. Regeren wordt gezegd is vooruitzien en dat doe je het beste vanaf een verheven positie. Een goede verrekijker of telescoop is dan geen overbodige luxe. Het bezwaar echter is dat diepte vervlakt. Ons oog is zo gewend geraakt aan dit platte perspectief dat de vervorming amper meer wordt opgemerkt.
Het onderscheid dat overheden moeten maken tussen de vraag van een consument en de vraag van een burger is denk ik op langere termijn van invloed op de overlevingskansen van de democratie. Thans wordt democratie veel te veel geassocieerd met de vrije markteconomie, ondanks het feit dat die vrije markt toch ook weer een van die gewelddadige jungle-ideologieën bleek te zijn.

In de plantenwereld groeit alles omhoog behalve de wortels. Torens, ter voorkoming van omvallen, zijn diepgewortelde structuren. Op zoek te gaan naar mijn ‘roots’ is veel meer dan wat speurwerk in de genealogie. Het werken aan een tarottekst met ontdekkingen aangaande originaliteit en EENHEID komt al een stuk dichter bij waar het in mijn bronnenonderzoek om gaat.
Diepzeeonderzoek bleek moeilijker te zijn dan ruimte-expedities. Dat is jammer omdat we de druk die daar heerst eventueel zouden kunnen benutten voor duurzame energiewinning; voor zover menselijk handelen ooit geheel en al duurzaam kan zijn.
Dan maar de lucht in. Of het nu gaat om solar thermal towers die slim gebruik maken van zonnewarmte of om de steeds hogere molens die wind als aandrijfkracht zoeken te benutten; is voor de symbolist van weinig belang.
In verband met de solar tower wordt al gesproken van een schoorsteenhoogte van een kilometer.
Nu we de naam van het beestje kennen zien we het overal. RENEWABLE. Als ik dat woord intik krijg ik 3,440,000 ingangen voorgeschoteld.
We zijn zelf torens. Het hoofd, het brein, de wetenschap, de hoogte; alsmaar dieper reikend in de onderwereld van deeltjes en subdeeltjes. Chemie, geologie, hydrologie, klimatologie, biologie; alles reikt naar zon, wind en fysische systemen van allerlei orde. Materie is slechts een verschijningsvorm van energie, en ziende waar bacteriën, virussen, en plankton, toch ook kleine deeltjes, toe in staat zijn - moet het niet al te moeilijk zijn onze energiezorgen aan de kant te zetten en de hand aan de ploeg te slaan. Dat is vooral ook raadzaam omdat torens en uitroeptekens verdraaid veel op elkaar lijken, en uitroeptekens zijn toch ook exclamaties van het burgerdom wanneer regeringen in gebreke blijven.

De deeltjes! In afmetingen ver beneden de menselijke maat; in betekenis ver boven het verstand van de (huidige) mens uitstijgend.
Quantummechanica is een noot die niet makkelijk te kraken is voor een brein dat niet door wis- en natuurkunde is gevormd. Toch, om een verbinding te bewaren tussen dat wat mogelijk wordt geacht en wat onmogelijk, is het zaak dat we tenminste een beeld hebben van wat veel wetenschappers zo opwindt wanneer het over deeltjesfysica gaat.
De woorden, ‘als je denkt de quantummechanica te snappen, dan snap je er niets van’, kwamen volgens mijn filosofische vriend uit de mond van niemand minder dan Niels Bohr.
Als de grondleggers van de quantummechanica het zelf niet snappen hoef ik mij niet te schamen voor mijn beperkingen, en kan ik me bezighouden met waarschijnlijkheden in plaats van zekerheden. Dat komt mij in mijn studie van de Tarot - waar onzekerheid troef zijn - zeer van pas. Toen het tot mij door begon te dringen dat de quantummechanica een probabilistische theorie is waarmee heel nauwkeurige waarschijnlijkheidsberekeningen gemaakt kunnen worden begon er een lampje te branden. Waarschijnlijkheidsrekening is er voor om voorspellingen te onderbouwen, net als een horoscoop of een pak Tarotkaarten die volgens velen een voorspellende kwaliteit hebben. Toeval of waarschijnlijkheid? Of bij voortschrijdend inzicht, ’dat wat ons toevalt’ Deze uitdrukking verlevendigt mijn voorstellingsvermogen.Ineens betrek ik het AL-hier en NU in mijn kansberekeningen, De gedachte aan een intelligent, ‘lik op stuk-heelal’ voorspelt nieuwe betekenis in de ideeën die ik heb over Chaos.
De vernietigende kracht van de bliksem verwijst naar de noodzaak om afstand te doen van verouderd en beperkend bewustzijn. Kundalini moduleert niet alleen dat grotere bewustzijn maar creëert ook hel wanneer het geschenk niet wordt aanvaard.

Het is als in de zenwereld van paradox. Je kunt er helemaal niets mee, tenzij je de bestaande grenzen van je bewustzijn weet te overschrijden. Iets dat me bijgebracht wordt in meditatie of yoga, en in trainingen daarin. Vooral in yoga wordt de opbouw van basis tot kruin of van kruin tot basis zeer beeldend gemaakt. We praten over de hogere chakra’s dan wel over hoger bewustzijn. Als we spreken over hoogte, een belangrijk gegeven in de sterkteberekeningen van een toren, dan zeggen we iets over onze hogere, vaak verborgen, ambities.
En in de quantummechanica zal de ambitie niet veel anders zijn dan voor de adepten van de ‘klassieke mechanica’, die ook op zoek waren naar de graal, naar die éne, grote, alles verenigende veldtheorie die alles verklaart en niets buiten sluit. In die zin is moderne wetenschap een waardige opvolger van die goede, oude alchemie; een suggestieve engel van het westelijke venster.

Ontwikkelde de klassieke mechanica het rationele denken, de quantummechanica zet aan tot ontwikkeling van bewustzijn. Vervlechting (entanglement) is niet langer meer een toestand buiten jezelf maar moet in de binnenwereld beleefd worden. Dat quantum deeltjes geen vaststaande waarden kennen wat betreft de eigenschappen van die deeltjes totdat er een waarnemer is die een meting verricht, suggereert dat in het scheppingsproces zoals een mens die ervaart (menselijk) bewustzijn een onbetwistbare- maar redelijk onvoorspelbare rol speelt. Laboratorium experimenten die verdacht veel lijken op eerdere onderzoekingen in parapsychologische kwesties tonen een verontrustende-, want onmeetbare invloed van iets nonmaterieels op iets materieels. Het lijkt wel wat op een geest-lichaam entanglement..
Het is alsof een eigenstandige intelligentie bepaalt in welke matrix (bewustzijnsniveau) het gemetene zich ophoudt. Bedenkende dat verschillende contexten zeer verschillende inkleuring geven aan gedrag en eigenschappen van een quantum systeem.
Einstein, nota bene zelf mede verantwoordelijk voor het ontstaan van de quantum fysica, kon die quantum filosofie niet aanvaarden. Zijn beroemde woorden, ‘God dobbelt niet’ verwijst naar zijn tegenzin een wereld van oorzaak en gevolg te verruilen voor een wereld die geregeerd wordt door waarschijnlijkheden. Maar toch, het valt moeilijk te ontkennen dat oorzaak en gevolg een deterministische voorstelling van zaken geven, terwijl het onvoorspelbare gedrag van deeltjes een heel ander wereldbeeld in focus brengen, een beeld met veel meer ruimte voor elkaar tegensprekende kwaliteiten.

Inbedding (embedding) is een andere vondst in de quantummechanica die ik herken als weer een andere mogelijkheid om mij een voorstelling te maken van de inpasbaarheid van alles in alles maar ook van wederzijdse afhankelijkheid. Ingewikkelde vraagstukken los je in de regel niet op zonder samenwerking. Vraag dat maar aan de veiligheidsraad ban de Verenigde Naties.
Wat de Tarot en de quantummechanica verbindt is de verleiding een holistisch wereldbeeld te aanvaarden. Elk deeltje is een ingang tot het AL. Eerder schreef ik dat alle getallen opstapelingen zijn van Eentjes. Eenheid is dus meer dan een verlangen; het is de basis van alles wat we ooit - al of niet terecht - hebben aangenomen.
Algebra is een Arabisch woord dat ‘reünie’ betekent. Dit is van belang omdat in de algebra de idee van embedding voor het eerst in een wiskundig milieu werd toegepast. Net als in ‘religare’ gaat het om het verbinden van wat nog beschouwd wordt als onafhankelijke, op zichzelf staande fenomenen. Individualiteit is derhalve een eigenschap die door de context, dan wel de configuratie wordt bepaald.

‘Het astrale lichaam dat groter is dan ons fysieke lichaam torent volgens helderzienden een stuk uit boven onze kruin, en het chakra dat zich daar ophoudt representeert dan ook alles wat wij in opwaartse verlangens denken, voelen en opmerken aan en over de top, het (goddelijke) allerhoogste. Dit is het innerlijke punt waar volgens oefenmeesters aandacht naar uit hoort te gaan zodat we in een visualisatie van binnendringende kosmische energie medestander worden in dat grootse proces dat we inwijding of evolutie noemen. Het niet georiënteerd zijn op het innerlijke transcendentiepunt plaatst mij buiten mijn spirituele ontwikkeling waarbij vette jaren voor magere worden aangezien, en omgekeerd. De innerlijke ZEVEN bereiken is de weg naar de astrale dimensie die in 17, de STER, wordt aangeboden.
Met vliegtuig en raket penetreren we de ruimte steeds dieper. Onze hemelse bevlogenheid lijkt op een genetische aanleg voor steeds ongekender hoogtes. En hoe hoger we ons verheffen hoe steiler de diepte is waar wij - al incarnerende - in moeten vallen.

We zoeken kennis van de wereld maar het is zelfkennis dat we krijgen; en dat is denk ik ook waar de evolutie om vraagt. Zelfkennis en toenemend bewustzijn.
Het torenhaantje vraagt mij mijn aspiraties nooit te verloochenen, zelfs niet als het gaat om leven of dood’.
Torentransen doen mij tenslotte bedenken dat er geen roesmiddel bestaat dat de potentie van trance overtreft. Trance is de ‘spin’ die de draaiende derwisj verbindt met goddelijke liefde.

Joachim Bunders

Vervolg: Vallen in getallen hoofdstuk 17: De Ster

Partij voor de Liefde

Home - Partij voor de Liefde

28 maart 2024

Bilingual (English & Dutch) website of the international visionary social political movement and Party for Love Governance inspired by Saint Germain of The Great White Brotherhood. - Tweetalige website van de Partij voor de Liefde, een politieke beweging en partij voor de Gouden Eeuw van Aquarius

We hebben 164 gasten en geen leden online

zoeken

Ander Nieuws +